davidenfloor.reismee.nl

Laatste weken zon, zee strand en relaxen! En nu na 6 maanden thuis...

Lieve allemaal,

We zijn er weer, terug in Nederland!

Met een pijn in ons hart hebben we afscheid moeten nemen van het reizen. Terug naar het 'normale' leven en alle leuke dingen die daar bij horen. Dat zal wel even wennen worden. Hierbij ons laatste verhaal van onze reis rond de wereld.

Vanuit Huaraz vertrekken we naar Huanchaco. Zoals gewoonlijk rijdt de bus van Huaraz naar Trujillo niet op tijd. Maar waar dat voor alles in Zuid Amerika betekend dat mensen te laat zijn betekend dat met nachtbussen dat deze veel vroeger aankomen als gepland. We zouden om 6 uur half 7 aankomen, maar dat werd 4:45 uur! Wat dan, niets is open? We besluiten met 2 andere backpackers met een taxi naar Huanchaco te gaan. Eén van hun weet wel een adresje waar we waarschijnlijk wel terecht kunnen. Gelukkig had het hostel plek en konden we zelfs meteen inchecken, dus nog even een paar uurtjes slapen. Toen we weer wakker werden konden we het dorpje bekijken. Huanchaco is een surfersdorpje met heel veel visrestaurantjes. Daarnaast zijn er in de omgeving veel ruïnes en archeologische opgravingen. Na het ontbijt hebben we over de boulevard gewandeld en al snel hebben we bij een restaurantje lekker ceviche gegeten (Peruaans gerecht van rauwe vis, limoensap, rode ui en peper).

We bezoeken die middag nog de ruïnes van Chan Chan. Bijzondere en mooie plek in de woestijn en zeker meer dan een stapel stenen die we in Peru wel vaker hebben gezien. Ook wandelen we nog even langs het museum, maar erg bijzonder is het niet. We gaan die avond zoals gebruikelijk uiteten. Met alle restaurants die we eerder die dag hadden gezien was keuze genoeg. Dit bleek niet zo te zijn, veel restaurants zijn in de avond gesloten. Dus na 3 rondjes wandelen kwamen we uiteindelijk terecht bij een hostel een paar deuren naast ons hostel. Dit hostel had een gezellige bar en restaurant, we besluiten de volgende dag hier naar toe te verhuizen. Het is er namelijk ook nog veel goedkoper! De volgende dag checken we in bij hostel My Friend en ze doen hun naam eer aan door elke keer een zin te beginnen of eindigen met 'my friend,...'. We krijgen een redelijk spartaanse kamer, maar met een eigen badkamer (of wat er voor door moet gaan). We hadden voor die prijs ook niets meer verwacht.

Die middag typen we ons voorgaande verhaal, plaatsen foto's en verder gaan we naar het strand om naar de surfers te kijken. We lunchen weer met ceviche, hangen een beetje rond op het strand en lezen voor de verandering weer eens een boek. 's Avonds was er weer het debacle: 'welk restaurant is open en waar gaan we eten', we vinden een restaurant die goed aangeschreven staat echter deze is helemaal leeg. Toch maar gaan zitten want de eigenaar had ons al gespot, toen konden we niet meer terug. Een heel schattig restaurantje maar wel leeg, een beetje ongemakkelijk zitten we in dit stille restaurantje. Uiteindelijk kwamen er gelukkig nog een paar andere gasten en het eten was erg lekker. Daarna maar weer een drankje in het hostel, ongeveer de enige bar open.

Je kunt Huanchaco eigenlijk niet verlaten zonder gesurft te hebben dus hebben we 's ochtends surfles, tenminste dat dachten we. Onze surfinstructeur kwam een uur te laat aan en zei dat het tóch beter was om 's middags te gaan surfen. Die ochtend dus weer weinig anders gedaan dan in het zonnetje te zitten. Toen was het tijd om weer te gaan surfen. In Australië vonden wij het beiden erg lastig. Na eerst wat oefeningen op het droge gaan we het koude water in. Toen konden we gaan oefenen, voor Floor bleek al snel dat ze geen talent was. David deed het iets beter en met een beetje hulp van de instructeur lukte het hem ook een paar keer te staan. Gesloopt kwamen we na een paar uur uit het water, de golven en stroming werden op dat moment steeds heftiger. Op het strand kijken we naar een surfwedstijd voor kinderen en vragen ons af waarom zij het wel kunnen en wij niet. Na het eten gaan we naar ons hostel want er was een cocktailfeestje. Floor voelde zich niet zo lekker dus geen cocktails en vroeg naar bed. Die nacht is Floor erg ziek en slaapt nauwelijks. David pakt de volgende dag een surfplank om nog even te oefenen en Floor blijft lekker op het strand. Surfen zonder een beetje hulp is toch wel een stukje moeilijker. Na een tijdje stuntelen in het water houdt hij het voor gezien. Dan toch maar weer lekker niets doen! Daar zijn we in de laatste week goed in geworden!

We boeken de bus voor de volgende dag van Trujillo naar Lima. We besluiten om in de buurt van Trujillo de Huacas del sol y de la luna te bezoeken. Eerst droppen we onze grote backpacks bij de busmaatschappij, onze bus gaat pas om 22:00 uur. We springen hier in een taxi die ons direct naar de ruïnes van een piramide vormige tempel. Heel oud, maar er zijn verschillende schilderingen bewaard gebleven. En indrukwekkend omdat het pas deze eeuw weer is ontdekt. Tot die tijd zijn de tempels en bijbehorende stad verborgen gebleven onze het zand. Na dit bezoek gaan we naar het centrum van Trujillo ( de 2e grootste stad van Peru), we zitten even op een kleurrijk plein drinken een drankje en gaan dan eten. We kunnen niets leuks en betaalbaars vinden en belanden uiteindelijk bij een Chinees. Wel eten we nog een toetje in een van de vele toetjes winkels van Trujillo, heerlijke aardbeien- en citroentaartjes. Nadat we onze buikjes rond hadden gegeten gingen we naar het busstation en na een kopje koffie konden we boarden in de laatste nachtbus van onze reis. 9 uur slapen naar Lima.

Aangekomen in Lima nemen we een taxi naar het hostel die we geboekt hebben in de wijk Miraflores, een buitenwijk van Lima. Dit is de plek waar de meeste toeristen verblijven en waar de rijkelui wonen. Een prettige omgeving en veilig. We kopen ontbijt in een mega dure supermarkt in de buurt en kijken in het hostel naar de Olympische Spelen. Voor dat we kunnen inchecken lopen we naar het strand waar ook weer flink gesurft werd. Nadat we ingecheckt hadden in onze kamer en we hadden gedoucht zijn we de stad in gelopen om te gaan lunchen. Daarna lopen we nog wat rond door de stad en vinden een leuk restaurantje waar we 's avonds sushi gaan eten. Terug in het hotel drinken we nog een drankje met 3 Brazilianen uit Rio de Janeiro, die ons veel kunnen vertellen over Rio en ons een aantal tips geven.

We besluiten niet te veel plannen te maken en gaan de volgende dag winkelen want het is uitverkoop. David koopt meteen 3 broeken, die natuurlijk ook weer mee moeten in de overvolle backpacks. Het eten 's avonds bij een Italiaan is heerlijk, we genieten erg van onze laatste dagen in Lima. En drinken nog een laatste drankje als besluit van een geweldige tijd in dit bijzondere land.

De volgende dag pakken we onze tas en laten deze in het hostel. We gaan naar de Inca-market wat een vreselijke toeristen val blijkt. We kopen nog wat souvenirs en gaan dan lunchen bij Punto Azul, een Peruaans visrestaurant met typische gerechten zoals ceviche. De porties zijn enorm en de vis super vers, een ideale plek om ons verblijf in Peru waardig af te sluiten.

Na de lunch naar het enorme Larcomar winkelcentrum aan zee. We gaan naar de bioscoop, want dat is inmiddels al zeker een half jaar geleden en voor slechts 3,5 euro konden we het niet laten. De nieuwe film van Batman is het geworden. Na de bios eten we nog een broodje bij een fantastische broodjes zaak. In het hostel pakken we onze spullen en de taxi die we gereserveerd hadden kwam op tijd en bracht ons naar Lima international airport. Een beetje triest checken we in, we gaan nu naar de laatste bestemming van onze reis: Rio de Janeiro.

Eerst moeten we nog overstappen op Buenos Aires. Dit kwam goed uit, want dan konden we nog onze pesos (die we te veel hadden gepind in Iguazu) inwisselen voor dollars of reals. Na we de bagage hadden gepakt konden we in een enorme rij voor het wisselkantoor. Toen we eindelijk aan de beurt waren bleek dat ze in Argentinië geen pesos terug nemen mits je een verklaring/toestemming hebt van een bank. Hoe je aan die verklaring moet komen is een raadsel. Bizar, daar stonden we dan met 200 euro aan pesos, waardeloos zo blijkt. Volgens de Argentijnen is het in Brazilië wel mogelijk om Pesos te wisselen. Na een voor spoedige vlucht van 3 uur, bleek dat ze in Rio ook geen pesos wisselen! We nemen een beetje sip en gefrustreerd rons verlies en gaan pinnen voor de taxi. We laten ons afzetten in de wijk Ipanema, het hotel wat we geboekt hadden bleek de dag voor vertrek opeens niet meer beschikbaar dus we moesten op jacht naar een kamer, het liefst voor de hele week. Na 10 hostels bezocht te hebben bleek het een moeilijke opgave. Alle hostels hadden wel plek in een slaapzaal maar geen tweepersoonskamer. Tja voor de laatste week van onze reis wilden we toch liever niet met 12 anderen op een kamer slapen. Voor de eerste dag hebben we echter geen andere oplossing en huren een bed in een 12 bed dorm. Maar we vinden en boeken wel meteen een privé appartement in de buurt voor de volgende dagen. Wel nog een beetje spannend want we kregen pas de volgende ochtend reactie dat de studio beschikbaar was en dat we die dag om 4 uur konden inchecken. In de tussentijd gaan we nog lekker naar het strand en ontmoeten daar ook nog Deborah en Albrecht, Albrecht is een collega van David. Zij waren 6 weken op huwelijksreis in Zuid Amerika en sluiten net als wij af in Rio.

We drinken gezellig samen een biertje, tussendoor even inchecken in onze studio. De kamer met keuken en badkamer is wel een stuk duurder dan wat we gewend zijn maar voor de verandering met een heerlijke douche en een goed bed. We kunnen 's ochtends zelf ontbijt maken. Zo kunnen we langzaam weer een beetje wennen aan het 'normale' leven. Na het inchecken zijn we terug gegaan naar het strand om nog een drankje te drinken met Albrecht en Deborah en daarna gezellig met hun te eten en verstandig vroeg naar bed.

De volgende dag is iets cultureler. We gaan naar Santa Theresa. De oude tram werkt niet en is pas klaar in 2014 dus we gaan met de bus. Omdat niemand in de bus Engels sprak en we niet goed wisten waar we naartoe gingen zijn we halverwege de rit uitgestapt, bang dat we per ongeluk in de favela terecht zouden komen. Dan maar naar de bekende trappen van Salaron in Rio. Heel leuk kleurrijk plekje in Rio, vlakbij de wijk Lapa.

Bij het aquaduct is 's avonds een straatfeest dus wij zijn uiteraard van plan om daar even naar toe te gaan. We bezoeken nog de hypermoderne kathedraal en gaan vervolgens naar het appartement om om te kleden.

In de lokale supermarkt in onze wijk blijkt een restaurant te zitten waar je goedkoop en lekker kunt eten. Een beetje vreemd, maar we besluiten het een kans te geven. Het was inderdaad heerlijk. Daarna gaan we met de bus naar Lapa wat in het centrum ligt van Rio, zo'n half uur rijden. Als we er aankomen is het feest al in volle gang! Een podium is opgebouwd op een plein naast het oude aquaduct met verschillende artiesten en mensen die druk samba aan het dansen zijn. Samba is een erg ingewikkelde dans, dus wij wagen ons er niet aan. Overal staan tentjes waar ze eten of drank verkochten. Natuurlijk dronken wij hier ook weer een caipirinha en wat biertjes. De straat naast het plein is gevuld met barretjes en met mensen. Vrijdag en zaterdag zijn hier het drukst dus we besluiten de volgende dag weer te gaan. Na een paar uur dansen en feesten gaan we naar de bushalte. Het feest is dan nog helemaal niet over want er staat dan weer een nieuwe band op te bouwen. De bussen in Rio rijden 24 uur per dag, dus eenvoudig om van A naar B te komen.

De volgende ochtend is het weer stralend weer, naar het strand dus. Door het weekend is het strand nog voller dan in de zomer op Scheveningen. Mannen en vrouwen lopen met bikini's, zonnebrillen, water, bier, garnalen, broodjes, ijsjes langs om ze te verkopen. Hoe drukker het strand hoe harder ze schreeuwen om hun waar te verkopen. Het is druk en we liggen bijna op de handdoek van de gene naast ons, maar het is een prachtig schouwspel en van lezen komt weinig. We nemen een duik in de zee en dat is dan wel het spannends wat we gedaan hebben. Het avondprogramma is al ingevuld, we gaan weer naar Lapa, alleen nog wat eten. We eten bij een buffetrestaurant, iets wat in Rio erg populair is. Daarna storten we ons weer in het feest bij Lapa. We belanden dit keer in een klein café met heel veel verschillende soorten cachaça (nationale drank), dat moesten we natuurlijk proeven. Van de laatste week moeten we genieten. Vanuit hier lopen we langzaam terug naar het grote plein. Er zijn deze avond veel straatartiesten en op het groten plein wordt het feest afgesloten door een band (soort Kiteman).

De volgende dag willen we naar het bekende Christusbeeld op de berg, maar omdat het zondag is wordt het ons afgeraden. Het is dan veel te druk. Dan is de keuze natuurlijk niet moeilijk en gaan we weer lekker naar het strand. Er was in Ipanema ook nog een marktje waar we een paar souvenirs hebben gekocht. We boeken ook een tour naar de favela's bij het hostel waar we eerder die week hebben overnacht. We eten bij een van de vele bars in Ipanema.

We staan op tijd op voor ons bezoek aan de Christ Redeemer, met de bus zijn we naar het treinstrationnetje gegaan waar we om 11 uur kaartjes kochten. We konden echter pas om 1 uur omhoog, gelukkig hoefden we niet in de rij! We hebben van die verplichte vrije tijd gebruik gemaakt om broodjes te kopen en te lunchen in een parkje. Om 1 uur gaan we dan eindelijk met het treintje steil omhoog, de Corcovado berg op. Het is ook op maandag erg druk, maar het uitzicht over de stad en haar met jungle bedekte bergen is prachtig. Het beeld geeft een extra dimensie aan de plek en we genieten nog even na met een biertje uitkijkend over de oceaan en Rio's bekende stranden.

We gaan nog even naar een grote markt (Saara) in het centrum waar van alles, maar vooral een hoop troep, te koop is. We komen met lege handen thuis. We gaan weer bij een bar in de buurt eten en als we weg willen gaan raken we aan de praat met 2 mannen uit Rio. Ze nodigen ons uit voor een biertje 'for the road' maar na 4 bier en een cachaça zitten we nog te kletsen. Erg gezellig en we krijgen nog wat tips voor de volgende dag.

De volgende dag vroeg op voor onze laatste tour van de reis. Een favela tour. Een favela is (qua uiterlijk) een arme wijk die tot voor kort voornamelijk bestuurd werden door drugsbendes. Favela's liggen in Rio tegen de heuvels, gratis grond en niet bestuurd door Rio. De wijk die wij bezoeken (Rocinha) is de grootste (130.000 inwoners) en sinds november overgenomen door Rio en daardoor veiliger. Maar dit betekend niet dat je hier als toerist vrij kan rondlopen. We worden per motor naar de top van de favela gebracht en we lopen vanaf daar door smalle en vieze straten naar beneden onder begeleiding van een gids. Het is een wirwar van waterleidingen en elektriciteitsdraden, allemaal illegaal afgetapt van de gemeente Rio. Inmiddels zijn er veel verbeteringen aangebracht in de Favela en worden er veel projecten opgestart, waardoor het leven iets makkelijker wordt. Zo bezoeken we ook een school en een dagopvang zodat de moeders kunnen werken om de kost te verdienen en kinderen les krijgen. Onze gids verteld ons dat er nog steeds geheerst wordt door de bendes, maar in de overgenomen favela's niet meer zo openlijk. Er zijn 764 favela's in Rio waarvan slechts 19 overgenomen zijn door de stad Rio. Voor alle komende grote evenementen in Rio (WK voetbal en Olympische Spelen) nog een lange weg te gaan dus.

Al met al een hele interessante tour, die helemaal niet bestond uit het bekijken van arme mensen maar meer een inzicht heeft gegeven over het leven in een favela.

Na da favela tour gaan we nog even op souvenirjacht, het is bewolkt dus we kunnen helaas niet naar het strand. En dan is het zo ver, onze laatste avond in Rio, in Brazilië en van onze reis. Niet te geloven dat het zo snel voorbij is gegaan. We gaan deze avond lekker uiteten. Door verschillende mensen werd ons het Churrascaria restaurant Proçao aangeraden. Heerlijk eten en heel veel vlees dat aan tafel geserveerd wordt van grote spiesen.

Ook is er een geweldig buffet met verschillende salades, sushi, visgerechten. Door verschillende obers werden we als VIPS behandeld. Ondanks het ontbreken van de sfeerverlichting, we zaten in de TL-verlichting, was het een waardige laatste maaltijd van onze reis. Nog een biertje in een bar in Leblon en toen maar naar bed.

Als we wakker worden realiseren we ons pas dat we nu echt onze spullen moeten pakken en dat vanavond de vlucht gaat die ons niet naar een andere spannende bestemming zou brengen, maar naar huis, naar Nederland! Onwerkelijk hoe snel 6 maanden voorbij gaan. Met een raar gevoel in onze buik pakken we de spullen in, en gaan naar het strand. Het is een beetje bewolkt maar als de zon er door komt is het meteen warm. Een tijdje is het hééél zonnig, dan betrekt het weer en gaat het zelfs regenen. Tijd om te gaan! We pakken onze spullen, gaan douchen en eten nog een pizza in de supermarkt. Inmiddels is het weer opgeknapt en besluiten we aan het strand nog één laatste caipirinha te drinken.

Daarna het appartementje opruimen en om 17:30 dragen we het appartement weer over aan de eigenaar. Zij regelt een taxi voor ons en na 1,5 uur (het was druk op de weg) we moesten hier nog een paar uur wachten tot we konden boarden. Het was even slikken toen het vliegtuig opsteeg, nu was het echt definitief over.

We vliegen in 11 uur naar Londen waar we overstappen. We moeten nog 2 uur wachten en dan een uurtje terug naar Amsterdam. Gelukkig met een stralend weekend in het vooruitzicht. Als we geland zijn komt na een tijdje onze bagage van de band rollen, ook hier is dat gelukkig weer goed gegaan. Door de bekende ramen van Schiphol zien we onze ouders al staan, maar als we door de deuren komen blijken er nog veel meer mensen ons op te wachten. Met spandoeken en bloemen, wat een ontvangst!

Lieve ouders, Kees, Marijke, Maurice, Vincent, Eline, Elise, Goia, Mia, Myrthe, Mariska, Marcella, Esther en Robert bedankt voor jullie lieve onthaal. En natuurlijk lieve moeders bedankt voor het lekker eten van vanavond!

Hierbij willen wij iedereen bedanken voor alle super leuke reacties op de site en op facebook. Nu we terug zijn zal het wel even tijd kosten om te wennen en om met iedereen af te spreken!

Tot snel in Nederland,

Liefs David en Floor

Viva el Peru

Na aankomst op het busstation van Cusco gaan we met een taxi richting het centrum, zoals gewoonlijk zouden we dan een kamer zoeken. Het bleek hier iets lastiger, of het was vol of het was veel te duur. Uiteindelijk na heen en weer gereden te hebben tussen verschillende hotels hadden we er eindelijk één gevonden. Gelukkig niet te duur, maar verder was er niets positiefs over te zeggen. We gaan snel nog wat eten en daarna naar bed. De volgende dag zouden we een ander hostel zoeken. Bij het eerste hostel wat we binnen stapte hadden we meteen beet. Millhouse, een splinter nieuw hostel met heerlijke bedden en een goede douche. Omdat ze nog bezig waren met de verbouwing kregen we ook nog een korting en we mochten meteen gratis ontbijten in de bar. Kan het beter? We konden dus eerder dan verwacht de stad verkennen d.m.v een wandeling op basis van een plattegrondje lopen we een rondje. Ondertussen boeken we nog een dagtocht naar de Sacred Valley én een 5 daagse trekking (wandeling) naar de Salkantay berg en eindigend bij de Machu Picchu. Een goede deal, dus we trakteren onszelf op een lekker kopje koffie van de Starbucks. Vanaf het balkon zien we een enorm protest ontstaan. In Zuid-Amerika zijn ze dol op protesteren, maar dit protest was wel erg groot. Met brandende kruizen en doodskisten liepen ze over het centrale plein ondertussen werden er ook kleine bommetjes gegooid. De bedoeling van het protest werd ons niet helemaal duidelijk, maar we waren blij dat we er niet midden in belanden. Snel vervolgen we onze route door de stad ver van het protest vandaan. We gaan 's avonds luxe uiteten, alhoewel in een luxe restaurant waar we voor de goedkope lunchdeal mogen eten, we blijven wel backpackers!

Om 9 uur de volgende ochtend gaan we met een bus vol toeristen naar de Sacred Valley. We hebben al vaker dit soort toertjes gedaan en het komt er altijd op neer dat je te veel tijd moet besteden bij een 'tourist trap' zoals een winkeltje en een markt, en minder tijd kan besteden bij de échte highlights. We bezoeken de Inca ruïnes van Pisac en Ollantaytambo en bezoeken een kerk in een klein stadje. De rest van de tijd zitten we in de bus, lunchen en hangen rond bij een winkeltje en wat lama's. Een rustige besteding van de dag en omdat we deze tour toch soort van gratis hebben gekregen door de deal met de andere tour, vinden we het allemaal niet zo erg.

Eenmaal terug in Cusco kopen we nog wat lekkere dingen voor de 5-daagse trekking en moeten we naar het boekingskantoor voor een briefing met de gids. Het was inmiddels al 21.00 en de meeste restaurants waren al aan het sluiten, dan maar naar de chinees! Na het eten gaan we snel naar bed want de wekker staat om 3.45.

We zouden tussen 4.30 en 4.45 worden opgehaald, maar echt niet later. Het was heel belangrijk dat we op tijd klaar zouden staan! Om 5.15 zijn we nog steeds niet opgehaald en beginnen ons lichtelijk zorgen te maken of we niet zijn opgelicht. Na een paar belletjes worden we uiteindelijk toch opgehaald om 5.30, gelukkig. We rijden 2 uur naar het dorpje Mollepata waar we na het ontbijt starten aan onze trekking met een groep van 15 personen. Op het programma staat 19 km lopen en we stijgen van 2.900 naar 3.900 meter.

Rond 17.30 komen we aan op de ‘camping' voor onze eerste overnachting. De omgeving is prachtig, we slapen aan de voet van de Salkantay berg en hebben uitzicht op andere besneeuwde bergen en gletsjers. Na het eten duiken we vrij snel onze tent in aangezien we best wel kapot zijn en het kwik snel daalt naar -10. Gelukkig hebben we goede slaapzakken, maar de matjes waar we op liggen zijn niet echt een toevoeging, we slapen dus eigenlijk direct op de grond. Lekker hard. 's Ochtends om 5 uur aan onze tent gerammeld 'Buenos dias, coca té??' fluistert onze kok en we krijgen 2 kopjes hete coca thee geserveerd in onze tent. Heerlijk en dan kunnen we meteen onze tent opruimen. Als we al onze spullen bij elkaar hebben gepakt gaan we ontbijten. Buiten is het toch wel koud, dus mutsen op en handschoenen aan als we beginnen met lopen. Vandaag moeten we 22 km in 10 uur lopen. Het eerste gedeelte loopt langzaam omhoog, dat gaat gemakkelijk. Tot we aan de voet van de berg aankomen een pad zigzagt steil omhoog. Een combinatie van het steile pad en de hoogte zorgt ervoor dat we langzaam en met hele kleine stapjes omhoog gaan. De groep valt uitelkaar, want iedereen loopt zijn eigen tempo. We stoppen weinig want zodra je stopt is het heel koud. Pas als we in de zon lopen kunnen we de jassen uittrekken. Het uitzicht is prachtig, we genieten van de enorme besneeuwde bergen om ons heen. In 3 uur lopen we naar het hoogste punt van de trekking 4680 meter.
David komt als eerste van de mannen aan en Floor als eerste van de vrouwen, ondanks dat het natuurlijk geen wedstrijd is, toch wel stoer! Boven op de berg bedanken we volgens Inca gebruik de berg, de zon en de Pachamama (moederaarde) doormiddel van het wegblazen van 3 cocablaadjes. Dan kunnen we aan de afdaling beginnen. Een uitdaging voor de knieën na de klim. We wandelen een aantal uur voordat we in een dal komen waar de koks al bezig waren met de lunch. Onze gids vertelde ons dat we lekker als Lizards in het gras konden gaan liggen om in het zonnetje op te warmen. Het derde gedeelte van de wandeling is in de zon en, omdat we steeds verder dalen, ook lekker warm. Op de tweede camping konden we onszelf trakteren op een wel verdiend biertje tot de zon achter de bergen verdween. Ook hier mogen we weer een tentje uitkiezen, deze zijn al voor ons opgezet. Na het eten en een kopje thee gaan we naar bed, 20.00 uur.

De volgende ochtend krijgen we om 6 uur ons kopje coca thee, opruimen, ontbijten en wandelen. Vandaag gaan we door de jungle, een hele andere wereld dan de bergen. Een laatste blik op de Salkantay en we lopen een dal in. Om ons heen bananenplanten, koffie, bamboe en andere tropische en medicinale planten. Daarnaast ook de onvermijdelijke muggen, killers waar we enorme bulten van krijgen. Vandaag wandelen we maar 5 uur, dat is in vergelijking met de voorgaande dagen een eitje. Na 13 km wandelen en lunchen gaan we een stukje met een minibusje, wat het spannends was van de hele trip. Met 20 man in een minibus is veel, maar zoals we nu weten goed te doen. De smalle weg kronkelde langs een hoge klif, natuurlijk was dit twee richtingsverkeer, maar het spannendste moest nog komen... na een half uur rijden zagen we dat er mannetjes in een diepe geul van 1,5 meter in de weg stonden. Er was geen weg!! We dachten nou dat wordt lopen met al die spullen... Nee hoor, ze legden 3 boomstammetjes per wiel neer en zeiden tegen de chauffeur dat hij kon gaan rijden. De werklui keken er een beetje bedenkelijk naar, en wij ook. Doodsbang om van de klif te rollen hielden we onze adem in toen we over dit onbetrouwbare bruggetje reden. Gelukkig is ook dit weer goed gegaan en konden we weer opgelucht adem halen. De chauffeur dacht echter dat hij onoverwinnelijk was na deze escapade reeds langs deze gevaarlijke weg andere auto's passerend alsof hij op de snelweg reed. We lopen misschien toch liever! Toen we een berg op probeerde te rijden bleek de auto met alle mensen en bagage te zwaar voor de banden zonder profiel! Gelukkig wisten we dat niet eerder. Toen we eindelijk bij de camping in Santa Teresa waren konden we snel onze zwemspullen pakken en gingen we met een andere minibus naar de warmwaterbronnen. Lekker zwemmen in warm water na drie dagen wandelen en niet douchen. Genieten! 's Avonds na het diner werd er een kampvuur aangestoken en de latin muziek hard aan. Met alle mensen aanwezig op de camping werd er gedanst. Het voelde net als de kinderdisco op de camping vroeger. Een beetje onwennig maar wel leuk!

De 4e dag zijn we lui en David is een beetje ziek en nemen we met de hele groep een bus naar Hidoelectrica. Het schijnt ook een saaie en stoffige weg te zijn en dan kunnen we na 3 dagen vroeg op eindelijk een beetje uitslapen tot 8 uur!! Het is maar een half uur met de bus en zitten daarom nog even lekker in de zon in afwachting van de lunch. Na de lunch wandelen we langs de spoorbaan en een rivier naar Aguas Calientes, onderweg zien we de eerste ruïnes van de Machu Picchu. We krijgen een kamer toegewezen in een heel rumoerig hostel met een waanzinnig lekkere warme douche! Er is een straatfestival gaande in de regen, het hele dorp loopt verkleed en dansend op straat. Het wordt ons niet helemaal duidelijk wat de reden is van dit feestje.

Met de groep hebben we besloten om de volgende ochtend i.pv met de bus, lopend naar Machu Picchu te gaan. We spreken om 4 uur 's ochtends af. Het regende een beetje en het was mistig, máár we hadden de hoop dat we op de berg boven de wolken zouden zitten. In een uur beklimmen we de trapjes naar boven, slopend. Eenmaal boven was de Machu Picchu geheel gehuld in mist! Niet te geloven, niets te zien.

We kregen een rondleiding door onze gids, leuk hoor ‘weer een stapel stenen'. We zien wat lama's, maar dat was dan ook de highlight van ons bezoek. Geen zonsopgang, geen vergezichten over het dal. Balend gaan we koffie drinken (a €4,- het kopje! Zuid-Amerika is zóó goedkoop!). Een vrouw verteld ons dat om 10 uur de zon wel door zal breken, het is op dat moment 7:30 dus we besluiten de vrouw te geloven en af te wachten. UNO spelend met onze Oostenrijkse tourgenoten. En onze weervrouw bleek om 10:10 gelijk te krijgen, de wolken trokken op! Snel naar boven, prachtig prachtig prachtig! En snel door naar de Montaña Machu Pichu waar we voor 11 uur aanwezig moesten zijn voor de beklimming. Op naar 3000 meter, een zeer steil pad leidt ons naar boven. Honderden treden en na 4,5 dag wandelen een opgave voor onze longen en voor onze beenspieren. Het is een hele klim, maar als we boven komen zien we de ruïnes van de Machu Picchu beneden liggen, zo mooi! Absoluut de moeite.
Na de afdaling gaan we lekker in het gras liggen voor een tukje. We willen nog wat verder wandelen door het enorme complex, maar David spot vanaf een hoger gelegen gedeelte Michael en Loes (vrienden uit Den Haag). We wisten dat zij in Peru zouden zijn, maar toch toevallig dat we ze hier tegen komen. We besluiten na een paar laatste foto's dat we een hapje gaan eten met elkaar en natuurlijk een Pisco Sour te drinken, een typisch Peruviaans drankje! Gezellig, wij gaan die avond met de trein terug naar Ollantaytambo waar we met de bus verder rijden naar Cusco.

We checken weer in bij Milhouse en gaan meteen slapen. David is een beetje grieperig en de volgende ochtend heeft Floor ook de griep. Die dag hebben we weinig gedaan, alleen een beetje geslapen en geskyped met het thuisfront. De volgende dag hebben we nog een nacht gereserveerd in het hostel, maar besluiten omdat Floor nog steeds ziek is nog een nacht extra te blijven. Weer een dagje uitzieken en we bezoeken een markt. Als we terug komen in het hostel duikt Floor maar weer in bed, David hoort opeens bekende stemmen, Michael en Loes verblijven ook in Milhouse op aanraden van ons en komen net terug vanuit Aguas Calientes/Machu Picchu. Michael vraagt direct of Floor ook even naar buiten wil komen want ze hebben een nieuwtje. Op het moment dat Floor naar buiten komt laat Loes haar verlovingsring zien, gefeliciteerd!! We spreken af om hier later een borrel op te drinken en een hapje te gaan eten. We halen stiekem snel een taart bij een bakkerij om het nog even extra te vieren. Na een heerlijk diner drinken we nog een borrel in de bar van het hostel en gaan slapen.

De volgende dag is onze laatste dag in Cusco. We bezoeken het Inca Museum en lunchen daarna nog met Michael en Loes. Na de lunch nemen we afscheid van elkaar, pakken onze tassen en gaan naar het busstation. Hier wacht ons een busrit van 14 uur naar Ica.

Wanneer we 's ochtends om 7 uur aankomen in Ica krijgen we ontbijt via de busmaatschappij bij een restaurant op het busstation. Dit vonden wij nogal vreemd, maar wel lekker. In Ica zelf is niet zo veel te beleven dus we pakken een taxi naar Huacachina. Dit is een dorp/oase in het midden van alleen maar zandduinen, eigenlijk een soort woestijn. Hier vinden we een gezellig hostel met allemaal bungalows en boeken voor dezelfde middag een sand buggy tour door de duinen waarbij je ook kan sandboarden.

De tour begint 's middags rond 16.00. We zitten met tien anderen in een buggy en scheuren als een dolle door de duinen, overal waar we kijken alleen maar zand. Het lijkt af en toe net een achtbaan. Na een tijdje stopt de chauffeur voor onze eerste board plek. Wij vonden de berg al heftig, maar volgens de chauffeur was dit nog de ‘oefenweide'. David is als de dood dat z'n arm weer uit de kom vliegt als hij valt dus besluit head first naar beneden te gaan. Na een paar keer proberen besluit Floor ook maar hier voor te kiezen. Met een noodvaart glijden we over het zand naar beneden. Vervolgens rijden/racen we weer verder naar een volgende sandboard spot. Wanneer we naar beneden kijken schrikken we ons dood, echt een hele lange en steile berg. Floor wil graag op een filmpje naar beneden en gaat eerst. Onder luid gegil is ze binnen no time beneden, terwijl de rest van de groep angstvallig achterblijft. Na Floor gaat ook David naar beneden. Maar we waren er nog niet. Op dit tussenstuk stond ons de heftigste afdaling te wachten. Na ook deze te hebben overleefd wachten op de rest van de groep. Wanneer we langzaam richting de buggy lopen horen we weer een luid gegil gevolgd door gehuil. Het blijkt dat een meisje uit onze groep ook op haar buik naar beneden was gegaan, de controle over het board verloor en crashte met als resultaat schrammen en een gebroken sleutelbeen. Dit was dus niet helemaal zonder gevaar. Het meisje wordt in de buggy geladen en we rijden, helaas, rustig terug naar het dorp.

's Avonds gaan we na het eten op tijd naar bed, want de wekker staat weer om 6.00. Naast de zandduinen is er in Huacachina verder niet veel te doen, maar redelijk dichtbij ligt Paracas. Dit is een dorpje aan de kust met voor de kust de Ballestas eilanden. Deze eilanden worden ook wel vergeleken met de Galapagos eilanden. Er leven hier veel vogels, pinguïns, zeeleeuwen, dolfijnen etc. Het is vrij omslachtig om vanuit Huacachina in Paracas te komen, maar ons hostel regelt hier ook vervoer naar toe in combinatie met een bezoek aan de eilanden. En dat vonden we wel lekker makkelijk, dus dat boeken we dan ook. Het bleek nog wel 1,5 uur rijden.

We gaan per luxe speedboot naar de Ballestas Eilanden. Veel moderner dan wij gedacht hadden. De eilanden zijn prachtig en we zien vooral veel vogels, een paar dolfijnen in de golven, een aantal pinguïns, maar de zeeleeuwenkolonie die normaal gesproken met honderden aanwezig zijn laten het afweten. Slechts één zeeleeuw ligt te luieren op een rots. Na een uur rondvaren gaan we weer terug naar Paracas waar wij blijven overnachten. De zeemist trekt na het ontbijt op en dus kunnen we de rest van de middag lekker op het strand liggen, dat is lang geleden. Het is sowieso lang geleden dat we de zee hebben gezien. Sinds Australië hebben we dit niet meer gezien! 's Avonds eten we de Peruviaanse specialiteit Ceviche (rauwe vis gemarineerd in citroensap met rode ui) wat we beiden erg lekker vinden.

De volgende dag willen we verder reizen naar Huaraz. Dit is een stad omgeven door berglandschap en veel mooie blauwe meren. Vanuit Paracas pakken we een taxi die ons brengt ergens op de Pan American Highway. De chauffeur verteld ons dat hier regelmatig bussen stoppen richting Lima, waar vandaan we weer een bus kunnen pakken naar Huaraz. Het busstation is een paar jaar geleden door een aardbeving gesneuveld dus vandaar dat we als een paar lifters langs de weg staan. Na 5 minuten komt er inderdaad een bus die ons naar Lima brengt. Helaas kunnen we niet in één keer door naar Huaraz dus kopen we buskaartjes voor de nachtbus die vertrekt om 22.30. Het is op dat moment pas 14.00 dus we gaan de stad maar eens verkennen. 's Avonds eten we nog wat in de stad en pakken daarna de nachtbus naar Huaraz.

Wanneer we aankomen is het pas 6.00 's ochtends dus de stad slaapt nog. Na een ontbijtje gaan we toch maar proberen of we al een kamer kunnen regelen. Na een paar hostels bezocht te hebben vinden we een mooie kamer voor een nacht. De dagen erna zijn nationale feestdagen in Peru dus de eigenaresse deelt ons mede dat dan ook de kamerprijs wordt verdubbeld. We zijn van plan om hier wel 5 dagen te blijven aangezien de busprijzen ook worden verdubbeld, Floor d'r verjaardag op komst is en omdat de omgeving prachtig schijnt te zijn. Maar op zoek naar een goedkoper hostel voor de overige dagen dus... Op jacht naar een ander hostel boeken we ook een busje voor de volgende dag die ons brengt naar een plek in de Cordillera Negra. Dit schijnt een bijzonder landschap te zijn met mooie rotsformaties. Vervolgens vinden we een backpackershostel voor de komende dagen, gerund door drie behulpzame broers en die de prijzen niet omhoog gooien tijdens de feestdagen. Één van de broers tipt ons over een wandeling naar een mooi uitzichtpunt aan de rand van de stad wat we die middag kunnen doen. Eerst maar even lunchen bij een Peruviaans restaurantje waar Floor de lokale specialiteit cuy (cavia!) besteld.

Na een korte wandeling komen we bij het punt en hebben een prachtig uitzicht over de stad met de aan de ene kant de Cordillera Negra (‘zwart' berglandschap) en de Cordillera Blanca (‘wit' berglandschap). Het is ook de verjaardag van de stad dus 's avonds bezoeken we een concert op het centrale plein met hele slechte artiesten.

De volgende ochtend verhuizen we eerst onze spullen naar ons nieuwe onderkomen en stappen daarna in een busje richting Hatun Machay. Dit is het walhalla voor bergklimmers vanwege de rotsformaties die ze hier ook wel het rotsbos noemen. Het is hier ook prachtig om rond te wandelen dus kiezen daarvoor (klimmen is niet echt ons, met name David's, ding). We lopen eerst omhoog naar een punt waar we een uitzicht hebben over het ‘bos' en daarachter alleen maar besneeuwde bergtoppen. Tijdens de klim merken we dat we een aantal dagen op zeeniveau zijn geweest, het is onwijs zwaar. De top is dan ook weer op ongeveer 4400 meter.

De rest van de dag relaxen we, lopen rond tussen de rotsen, kijken naar de klimmers en pakken aan het einde van de dag weer een auto terug naar Huaraz. 's Avonds eten we pizza bij een pizzeria. Er zijn hier in Zuid-Amerika meer pizzeria's dan in Italië, dus we hebben nog nooit zo veel pizza's gegeten in zo'n korte tijd.

De volgende dag staat een wandeling naar laguna Churup op de planning. Dit is één van de meren in de bergen die héél blauw moet zijn. De jongens van het hostel regelen voor ons een taxi, want als wij dit doen rekenen de taxi's toeristenprijzen. De taxichauffeur zet ons af bij Pitec, vanaf daar was het een wandeling/klim van 2 uur. De omgeving was weer erg mooi. We liepen in het zonnetje door een mooie vallei met watervallen en wederom een mooi uitzicht. De eerste 1,5 uur van de wandeling waren zwaar vanwege de hoogte, maar te doen. Totdat we bij een paar rotsen kwamen met daaraan touwen vastgemaakt om onszelf naar boven te trekken, spannend. Na nog een half uur zwoegen waren we er eindelijk. Inderdaad een prachtig blauw meer op 4450 meter.

Nadat we ons zelf meegebrachte lunch op hadden klauterden en liepen we weer naar beneden. Eenmaal bij het beginpunt besloten we om nog 1,5 uur de weg naar beneden te volgen naar het plaatsje Llupa. Dit is een leuke wandeling langs weilanden waar boeren aan het werk zijn en een bergdorpje waar amper toeristen komen. In Llupa wachtten we op de bus die vanuit hier weer naar Huaraz zou gaan. Na tien minuten stopt er een auto die ons voor dezelfde prijs ons ook wel naar Huaraz wil brengen. We stappen in en de man zet ons netjes af voor het hotel. In Nederland zouden we nooit zo maar bij een wildvreemde instappen, maar op reis vervagen je grenzen.

's Avonds gaan we naar het eten op zoek naar een leuke kroeg/discotheek want om 0.00 is Floor jarig. We komen in een tent waar we de enige toeristen zijn en alleen maar Peruvianen staan te dansen, top! We bestellen een Pisco Sour en gaan aan de bar zitten. Om ons heen zit iedereen echter aan de kannen Sangria, dus bestellen wij die ook maar. Wanneer de eerste kan op is is het nog geen 0.00 dus bestellen we er nog één. Maar om 0.30 moeten we toch onze meerdere erkennen aan de Sangria, geven het aan onze buren en gaan slapen.

Met een licht katertje worden we op Floor d'r verjaardag wakker en doen we de rest van de dag niets behalve skypen met het thuisfront en buskaartjes regelen voor onze volgende bestemming ‘Huanchaco'. Zoals traditiegetrouw mag de jarige job kiezen waar we 's avonds gaan eten. Floor kiest voor een Frans restaurantje waar we heerlijk (lekker niet Peruviaans) kaasfonduen.

De laatste twee dagen in Huaraz zijn ook weer ingevuld op aanraden van onze nieuwe vrienden van het hostel. De eerste dag gaan we met een tour mee naar de ruïnes van Chavín de Huátar. Dit is waarschijnlijk één van de hoofdtempels uit de pré inca tijd. Het is allemaal wel interessant, maar na de Machu Picchu vallen al deze archeologische plekken wel een beetje tegen. Tijdens de tour bezoeken we nog een museum over Chavin en stoppen we nog bij een mooi meer.

De laatste dag staat volgens velen het hoogtepunt van de omgeving op het programma, een hike naar lake 69. Een klein meer omringd door gletsjers, maar vooral de wandeling er naar toe moet fantastisch zijn. We rijden om 6 uur weg in een busje een komen na 3 uur over voornamelijk een onverharde aan bij de startplek van de wandeling. Vanaf hier is het 3,5 uur omhoog door weer een prachtige vallei dit keer omgeven door besneeuwde bergtoppen en gletsjers.

Eerder dan verwacht (2 uur en 40 min later) komen we aan bij het prachtige meer. Na de lunch lopen we rustig weer terug naar het beginpunt. Hier is een camping met een barretje en omdat we toch op de anderen mensen uit het busje moeten wachten, trakteren we onszelf op een biertje.

Terug in Huaraz pakken we een douche, eten we wat, nemen afscheid van het hostel en stappen op de bus naar Huanchaco.

Vanaf hier hebben we nog maar 2 weken te gaan, dus voor onze trouwe lezers volgt er helaas nog maar één verhaal voor dat we weer in ons ‘zomerachtige' Nederland zijn.

Maar bij dit verhaal wel heel veel foto's van de afgelopen weken. Allemaal zo mooi, we konden niet goed kiezen.

Beautifull Bolivia

Potosi - De hoogste stad van de wereld, bij aankomst na een busrit uit Sucre van slechts 6 uur met een fantastisch uitzicht. We reizen overdag, want dat is veiliger en we kunnen lekker naar buiten kijken. De bus is erg koud zo vroeg in de ochtend, maar na de lunch warmt het lekker op. We gaan van 2750 meter naar 4060 meter en dat merken we, we voelen ons alsof we een jetlag hebben en een beetje dronken zijn. Pff dat hakt er in, we besluiten rustig aan te doen. We bezoeken wel nog even de Boliviaanse 'munt', La Casa de Moneta, want deze is de volgende dag dicht door een feestdag. En we boeken een tochtje door de mijnen de volgende dag bij Big Deal tours, een organisatie met ex-mijnwerkers die rondleidingen geven door de mijnen. Het is enorm koud en gelukkig heeft één van de kroegjes zelfs glühwein, hmm daar warmen we van op. We liggen vroeg in ons ijskoude bed, want de tour start vroeg. Gelukkig moeten we vroeg naar bed want door de christelijke inslag van het hotel waar we verblijven gaan de deuren om 23:00 dicht om pas de volgende ochtend weer open te gaan. Nog nooit meegemaakt!

Op naar de mijnen, met de bus naar de miners-market waar we cocabladeren, frisdrank én dynamiet kopen voor de mijnwerkers. Na de aankoop van de cadeautjes voor de mijnwerkers gaan we naar een plek waar we onze pakken aankrijgen; laarzen, een broek, een jasje, een tasje voor de cadeaus en de camera en natuurlijk de helm met lamp. Nu zijn we er klaar voor. We gaan eerst naar de fabriek waar de mineralen (zoals zilver en andere metalen) gescheiden worden van de stenen. Daarna rijden we naar de berg die Potosi zo rijk heeft gemaakt. Een aantal jaren geleden heeft de overheid de mijnen opgegeven en teruggegeven aan de mijnwerkers, met alle gevolgen van dien. De mijnwerkers werken alleen of in kleine groepjes in de berg. Niemand houdt in de gaten waar alle gangen lopen. De berg is inmiddels een gatenkaas en er wordt gezegd dat gedeeltes al op instorten staan. Spannend dus! Voor Floor is dit met name een uitdaging aangezien zij niet zo dol is op kleine ruimtes. We gaan met een groepje van 8 de mijn in, al gauw komt er een karretje vol stenen voorbij en springen wij van het spoor af om deze te laten passeren. Kruipend door nauwe gangetjes en langs vele mijnwerkers volgen wij een route door dit gangenstelsel. We moeten 3 trappen van 4 meter per stuk beklimmen om op een ander niveau te komen, tijdens de klim zien we dat de ladders met niet meer dan een touwtje of een spijker vast staan. Een heerlijk geruststellende gedachte en Floor vindt het allang niet meer leuk. Langs een stuk met doorgezakte balken en eindelijk zien we weer licht aan het eind van de tunnel. Dat hebben we gelukkig weer overleefd.

De rest van de dag doen we rustig aan en regelen bustickets voor de volgende morgen naar Tupiza. Het is een feestdag in het dorp en er is zelfs een groot vuurwerk. We gaan lekker uiteten en ontmoeten daar ook nog een leuk Frans stel. We gaan nog naar een typisch Boliviaanse bar om een typisch Boliviaans drankje te drinken: warme Singani, met citroen, water en suiker, maar laat kon het niet worden want we moesten weer om 11 uur binnen zijn. Wel jammer want het was erg gezellig. Om 3 uur ‘s nachts werden we wakker door een gast van het hostel die niet op de hoogte was van het strakke deurbeleid van het hostel, alleen was de eigenaresse van het hostel niet van plan hem binnen te laten. Resultaat dat het hele hostel wakker was en wij niet meer konden slapen. Om 7 uur zaten we brak door een nacht zonder slaap in de bus op weg naar Tupiza.

In Tupiza gaan we op Uyunitour- en hosteljacht, we vinden een hotel zonder elektrische douche wat een verademing is. De elektrische douches in Zuid-Amerika zijn vreselijk; als je de douche al warm krijgt is het meestal een mini straaltje en heel heet. Als je de knop 1 mm verschuift is de douche meteen koud. En dan krijg je nog schokken van de knoppen die direct aangesloten lijken te zijn op het stopcontact, weer levensgevaarlijk dus! Puur geluk dus om een goede douche te vinden. 's Avonds gaan we uiteten met twee Frieze jongens en na het eten willen we opzoek naar een lokale bar om een drankje te drinken. Dat is er dus niet in Tupiza, na drie rondjes door het stadje komen we bij een pizzeria waar we gelukkig nog iets mogen drinken, maar niet te lang....

We slapen heerlijk in onze luxe maar nog steeds ijskoude kamer, verwarming is een luxe die ze hier niet kennen. Maar het bed is top en er zijn genoeg dekens. Na een heerlijk ontbijt hakken we de knoop door waar we de tour willen boeken. We wandelen naar het kantoor als we onderweg het meisje tegenkomen van de tour waar we niet willen boeken, ze haalt ons over om nog even te komen praten. We onderhandelen stevig en krijgen een goede prijs voor de tour. Dus toch maar bij haar geboekt. We willen nog wat wandelen in de omgeving die prachtig is. Op het centrale plein komen we Inge tegen die we ook al in Sucre hadden ontmoet. Zijn was nog opzoek naar een tour en wij wisten dat we pas 4 mensen in de jeep hadden dus dat er vast nog wel één bij kon. Gelukkig kon het en leverde dat ons ook nog een korting op. We gaan wandelen in de omgeving en spreken met Inge af dat we samen gaan eten die avond. De wandeling is prachtig en met de hulp van een vriendelijke man kwamen we ook nog eens op de plek waar we naar toe wilde. Het was een prachtige plek waar, als het in een ander land had gelegen, meteen een toeristenparadijs van zou zijn gemaakt. Niet in Bolivia, de prachtige plekken in het land zijn ontelbaar en overal. Het land zou een stuk populairder zijn als het door de grote hoogte niet zo koud zou zijn.

We bereiden ons nog even voor op de lokale makt voor de ijzige koud van de Uyuni-tour, -20 is ons voorspeld! Dus mutsen, sokken, thermoshirts en -broeken gekocht. De keuze van het restaurant 's avonds is meer afhankelijk van hoe warm het restaurant voelt dan van de kaart. In een restaurant houden we vaak ook onze jas aan, gezellig! We duiken vroeg ons heerlijke bed in, maar eerst even onder de geweldige douche!

We moeten om 7 uur bij het kantoor zijn voor onze 4 daagse tour door het bijzonderste stukje van Boliva langs vulkannen, gebergtes, meren en andere landschappen om na 4 dagen te eindigen in het wereldwonder de grootste en hoogst gelegen zoutvlakte: de Salar de Uyuni. Ondanks dat we om 7 uur zouden vertrekken gaan we natuurlijk pas tegen 9 uur weg, lekker frustrerend die zuid-Amerikaanse tijd! Maar als we weg zijn, zijn we binnen no-time in een hele andere wereld. We zijn met een groep van 9 en met twee jeeps. Wij zitten met Inge en twee Franse meiden in de auto. De hele tour zal voornamelijk bestaan uit in de auto zitten, maar al snel blijk dat geen straf. We slingeren de bergen in over stoffige wegen en zien het ene prachtige uitzicht na het andere. Het landschap wisselt razend snel. Langs rode bergen met fris groene begroeiing gaan we al snel boven de boomgrens gaan waar ontelbare lama's en vicunias van kleine plukjes gras knabbelen.

We stoppen soms voor foto's maar vaak is het zicht uit het raam genoeg. We rijden door bevroren rivieren en stoppen in een dorpje waar we lunchen. We hebben een chauffeur en een kokkin die fantastisch voor ons zorgen. We rijden weer verder naar een verlaten dorp waar de Spanjaarden vroeger goud vonden, maar nu verlaten tegen de heuvel ligt. De Bolivianen uit de buurt geloven dat het er spookt dus komen hier in het donker nooit. We hebben de jeeps echt nodig want echte wegen zijn er niet, hobbelend over het spoor van een andere auto rijden we dwars door het landschap. Een bevroren rivier was echter te diep voor onze auto en voor we het wisten zaten we vast en konden geen kant meer op. Gelukkig was er de andere jeep die ons te hulp kwam om ons er uit te trekken. We moesten allemaal helpen door op de bumper van de andere auto te gaan staan en te hangen. Gelukkig kwam de auto los en konden we onder groot gejoel van de hele groep weer verder rijden.
De laatste stop van de eerste dag is bij een meer op 4855 meter hoogte. Na een lange dag kwamen we om 7 uur in ons hostel aan waar we de nacht door zouden brengen. Tot onze opluchting waren er redelijk normale bedden en we konden binnen eten. David zette een muziekje op en de hele groep verzamelde zich met alle warme kleren aan bij de eettafel. We kregen hete thee en koekjes terwijl we wachten op het diner. Het was erg koud, maar ook gezellig dus na het eten doen we nog een potje UNO en gaan pas om 11 uur slapen. Ondanks de kou, de thermometer binnen gaf -6 aan. Ja een tour is Bolivia is naast mooi ook een beetje afzien. We kruipen onze slaapzakken in en begraven ons nog onder een aantal extra dekens, eigenlijk was iedereen vrij snel wel weer warm en toen we 's ochtends wakker werden hadden we goed geslapen.

Onze lieve kokkinnen hadden een lekker ontbijt klaargezet, maar eerst de backpacks weer boven op de auto gegooid waar gids Andres dit allemaal vakkundig vastzette. We merken dat niet iedereen de hoogte goed kan verwerken, twee mensen uit de groep voelen zich niet zo goed en misselijk door de grote hoogte. We komen voor de volgende twee dagen niet meer onder de 4000 meter en als hoogste punt bijna tegen de 5000 meter. We rijden verder en stoppen bij een bevroren meer voor foto's met op de achtergrond bergen met besneeuwde bergtoppen. De weg vervolgd door de vallei van Dali met de bijzondere kleuren en de bijzondere rotsformaties. We klikken de ene naar de andere foto, het is allemaal zo mooi en uniek. Nog meer meren waaronder de laguna verde, die helaas bevroren was dus we hebben de bijzondere groene kleur niet kunnen zien. Op de helft van de tweede dag mag de badkleding aan want dan kunnen we opwarmen in het hete water van de hotsprings, de vulkaan houdt dit badje warm. We hebben uitzicht op flamingo's die in het meer staan. Na de lunch nog meer aardwarmte maar nu geisers die warme stinkeden stoom de koude lucht in bliezen. Aan het einde dag twee nog een bijzonder natuurverschijnsel, we stoppen bij laguna colorado en zien meteen waarom deze zo heet. Het hele meer is knal rood door de algen in het water en is gevuld met tientallen knalroze flamingo's, ondanks hun tropische uiterlijk leven zij op deze koude plek. Wederom heel veel foto's verder zaten we in het hostel na te genieten van de dag. Eén meisje uit de groep wordt de hoogte te veel en ligt ziek op bed, de hoogte is lastig voor iedereen, maar eten en genoeg drinken helpt. Omdat we het leuk vonden hadden we een fles lokale drank (Singani) genomen om 'op te warmen'. Na het diner hebben we samen met de groep, de chauffeurs en de kokkinnen een drankje gedronken, heel gezellig en met een vrolijk Braziliaans muziekje leek het bijna warm. We hebben die avond weer prima bedden en genoeg dekens dus ondanks de kou hebben we weer lekker geslapen.

De derde dag is het minst interessant, weer veel meren, vulkanen, bijzondere rotsen en natuurlijk weer veel lama's. De uitzichten zijn weer geweldig, maar ook wij merken dat je na zo veel moois het bijna niet meer kan verwerken (kan het nog verwender...?). Wel nog langs een meer met duizenden flamingo's en met op de achtergrond een enorme vulkaan, het kan niet anders dat je hier van onder de indruk bent. We passeren nog een kleine zoutvlakte en bezoeken een oude begraafplaats van voor de Inca tijd. We rijden door naar de Salar de Uyuni, de eerste blik op de zoutvlakte is een reepje wit tussen de bergen en de gewone grond, als we dichterbij komen wordt de omvang duidelijk 2000 km2 zout. Het bezoek moet nog wachten tot de volgende dag, we slapen die nacht met heel veel andere tourgroepen in een hotel helemaal gemaakt van zout. Stoelen, tafels, bedden, banken, de muren zelfs het cement van de muren is van zout. Heel leuk, koud maar wel een warme douche na twee dagen. Maar zelfs hier hebben we lekker geslapen, gelukkig zijn alle horrorverhalen van andere toeristen die niet konden slapen door de intense kou ons bespaard gebleven. Niet dat het niet koud was, want hier is het waarschijnlijk rond de -15 graden 's nachts.

Op de laatste dag van de tour gaan we om 5 uur op om de zonsopgang vanaf Isla del Pescado te bekijken. We rijden in het donker over de zoutvlakte en zien langzaam een reepje licht verschijnen. In enorme kou met wederom alle kleren aan en mutsen en handschoenen beklimmen we de berg op het eiland. Het eilandje is gevuld met duizenden enorme cactussen die David en Inge met name erg interessant vonden, tja ieder zijn hobby. Doordat het zo koud is, is het moeilijk om van het moment te genieten. Maar het uitzicht is geweldig, om het eiland alleen sneeuwwit, maar het is natuurlijk allemaal zout. Als we weer afdalen staat er bij de jeep een heerlijk ontbijtje met zelfgemaakte cake klaar en een warm kopje thee. Gelukkig begon de zon weer wat warmte af te geven. De volgende stop is midden op de zoutvlakte met aan alle kanten alleen zout voor de: Foto's Loco's, de gekke foto's met optisch bedrog. Dansend op de vlechten van een Boliviaanse vrouw, zittend op een verbanddoos, kruipend uit een ei etc. De omgeving is zo wit en de lucht zo blauw, het is een surrealistische omgeving.

Na een bezoek aan de plek waar het zout voor consumptie gewonnen wordt en langs nog een hotel van zout gaan we voor de laatste keer lunchen voor we naar Uyuni gebracht werden. De rest van de groep reist meteen die avond door naar La Paz, maar samen met Inge besluiten we een nacht door te brengen in Uyuni.

We kijken naar voetbal en zoeken een restaurant waar we warm bij de openhaard kunnen zitten, ook hier blijft het ijskoud. Dus ook hier duiken we 's avonds bibberend onder de 5 dekens. De volgende dag doen we niets behalve uitslapen, rondhangen in het dorp en weer voetbal kijken. Er is in Uyuni niets te doen dus dat is verplicht ontspannen. We gaan pas om 8 uur met de bus naar La Paz dus we kunnen gelukkig nog wat eten voor we gaan. Weer wordt de keuze van het restaurant bepaald door het feit dat het er warm is door een grote pizza oven. In de bus is het wel warm en voor een busreis van 9 euro voor 10 uur krijgen we zelfs nog een schoongewassen deken. De weg naar La Paz is echter erg hobbelig en houdt voornamelijk Floor wakker. Een raar verschijnsel in de bussen is dat ze binnen wel verlichting hebben, maar zodra ze gaan rijden gaan alle lampen subiet uit en de Boliviaanse muziek aan, maar het is dus wel de bedoeling dat je de hele weg slaapt.

Om 6:00 hobbelen we La Paz binnen. Inge is al eerder in La Paz geweest en adviseert ons naar het populaire partyhostel Loki te gaan. Wij vinden er helaas geen kamer, maar gaan naar een hostel verderop. Vlakbij het plein waar het Congres zit, ons hotel bevond zich achter een politieblokkade dus we moeten elke keer langs de hevig bewapende politie om naar ons hotel te komen, lekker veilig dus. Op de 4e verdieping en geen lift, hijgend beklimmen we de trappen. 4 trappen in Nederland is soms al veel, maar op deze hoogte voelen we ons alsof we een marathon hebben gerend. Na een douche en ontbijt besluiten we een markt te bezoeken, maar we voelen ons een beetje moe door de hoogte en de reis dus gaan lekker slapen. 's Middags spreken we weer af met Inge voor een late lunch en gaan 's avonds naar de bar van Loki om een borrel te drinken, ook brengen we nog een bezoek aan hostal The Wild Rover een paar deuren verderop, waar een kerstfeestje gaande was, een beetje vreemd maar wel gezellig.

We slapen lekker uit en gaan dan naar het coca-museum. Coca kauwen is een gebruik in Bolivia waar veel mensen gebruik van maken. Maar omdat van coca ook cocaïne wordt gemaakt is het lang niet zo onschuldig als we dachten. We lezen in het museum hoe coca in Bolivia wordt gebruikt en welke problemen en geld het oplevert in de westerse wereld. Wel interessant dus. Na deze culturele uitspatting gaan we naar de markt om spullen te kopen voor een themafeestje in Loki van die avond (moulin rouge). Het feestje 's avonds is erg geslaagd, maar het was natuurlijk laat geworden. Dus maar weer een beetje uitslapen. In La Paz zijn we eigenlijk voornamelijk een beetje lui. Voor de volgende dag boeken we een down-hill-mountainbike tour over de Death Road vlak bij La Paz en boeken we een vliegticket naar de Boliviaanse jungle bij Rurrenabaque. We kijken de EK finale in een Nederlands café en gaan verstandig vroeg naar bed want we hebben alle energie nodig voor de volgende dag.

Om 7 uur staan we voor het kantoor van Barro Tours, we mogen plaatsnemen in een minivan waar de mountainbikes al op het dak staan. We rijden een uurtje tot de start op 4700 meter. We maken ons klaar en krijgen van de organisatie beschermende kleding, knie- en elleboogbeschermers en een motorhelm daarnaast krijgen we uitleg over de fiets.

Dan is het tijd om te gaan. De eerste 30 km is over asfalt dus we scheuren na een tijdje zelfverzekerd naar beneden. Wat het spannend maakt is dat naast de honderden meters diepe kliffen er ook gewoon verkeer rijdt. Onderweg maken we wat stops voor foto's en na een ontbijtje laden we de fietsen weer op de bus, want vanaf hier gaat de weg 8 km omhoog. De volgende stop is waar we voor gekomen zijn: The Death Road, berucht door alle ongelukken die gebeuren en gebeurd zijn. Vrijwel allemaal dodelijk door de verticale kliffen die honderden meters hoog zijn. De weg is sinds 2007 ‘gesloten' omdat er een nieuwe weg gebouwd is. De gids gaf nog een korte briefing en toen konden we gaan. Achter elkaar aan, de één wat sneller dan de ander. Onderweg weer stops voor foto's en een bizar snackmoment op een punt waar meerdere toeristen tijdens deze tocht zijn overleden. Drukt ons weer met de neus op de feiten dat het naast leuk ook wel gevaarlijk is. Na 4 uur komen we 3,5 km lager aan, waar het klimaat tropisch te noemen is. Als beloning voor het harder werken stond er een lunch voor ons klaar, een douche en voor wie wilde een duik in het zwembad. We gaan niet met de groep meet terug naar La Paz maar blijven nog 2 nachtjes in Coroico waar we hebben afgesproken met Inge. Bij hotel Esmeralda zouden we elkaar ontmoeten. Wat we niet wisten was dat het hotel boven op een berg was, met de backpacks en de nodige km in de benen geen pretje. Gelukkig had Inge zich ook aan de klim gewaagt en zat daar lekker in het zonnetje op ons te wachten. Het hotel was meer dan prima en een zwembad maakt het plaatje helemaal compleet. We nemen een wit wijntje met uitzicht op de Death Road, toch wel een beetje trots. Het diner in het hotel verloopt een beetje vreemd door een dronken ober die niet meer op zijn benen kon staan laat staan een bestelling op te nemen.

Als we wakker worden is het al lekker warm, korte-broeken-weer! Een verademing na zo veel kou. Na een lekker ontbijt, brengen we eerst de was weg en gaan dan een wandeling maken door de omgeving naar een waterval. Het pad wat we nemen is al een tijd niet gebruikt en dus erg veel planten en weinig pad. Halverwege konden we ook niet meer terug dus maar dwars door de bosjes... Onder de schrammen kwamen we alle drie aan het einde van het pad. De waterval hebben we nooit gevonden. Gelukkig was er een andere weg terug naar Coroico. Bij het hotel nog lekker bij het zwembad gezeten en een boekje gelezen. Lekker ontspannen.

Na wederom een heerlijk ontbijt met nu een andere dronken bediende (het schijnt bij het hotel normaal te zijn om heel dronken rond te wandelen) gaan we richting busstation waar we per minibus weer terug gaan naar La Paz. We verblijven nu wel in het partyhostel Loki. En we gaan dan ook naar de gezellige bar en Inge en David doen mee met een wedstrijdje poolen. Dan nemen we na 10 dagen samen reizen afscheid van Inge, zij reist door naar Copacabana. Laat naar bed en vroeg weer op want we vliegen die middag naar de Jungle.

Het is voor het eerst in weken een beetje bewolkt, we moeten even wachten op het vliegveld tot we mogen instappen. Het blijkt een mini vliegtuigje te zijn met slechts 19 plaatsten. Iedereen heeft altijd een plaatsje aan het raam. Al bij het opstijgen blijkt het een spannende vlucht te worden en de wolken en de turbulentie doen hun werk. David vond het met name heel eng en voor de zoveelste keer in Bolivia dachten we dat ons laatste uurtje had geslagen. Gelukkig landen we met klamme handen en klotsende oksels na 45 minuten in Rurrenabaque

. Lekker warm en gelukkig zonnig! We vinden een hostel en verkleden ons meteen in korte broek en T-shirt. We gaan opzoek naar een 3-daagse tour naar de jungle. De prijsverschillen zijn enorm en besluiten een risico te nemen door de goedkoopste tour te boeken. We verwachten niets dus dan kan het ook niet tegenvallen. We eten die avond heerlijk bij een Italiaan, drinken een gratis drankje want we hadden een couponnetje en gaan lekker slapen onder één laken ipv 5 dekens!!

De jungletour gaat beginnen. Met een tasje met spullen en de grote backpacks bij het hotel gaan we met een bootje op pad naar ons 'kamp' in de jungle. We moeten eerst entree betalen voor het park en dan gaan we 3 uur stroomopwaarts. Mooie uitzichten en zelfs een capibara, als we ergens aanleggen blijkt dat hier het kamp is. Een klein stukje door de bosjes en dan zijn we er. De lodge zoals ze het noemen is niet meer dan een aantal open gebouwen met daaromheen muskietengaas. We zien hier toevallig twee mensen die we in onze groep hadden tijdens de Uyuni tour. Zij gaan helaas die middag alweer weg. We blijven over met een Italiaan en een Argentijnse in het kamp. We gaan met onze gids Erlan na de lunch de jungle in. Gelukkig hebben we laarzen aan want het is nogal nat. We zien naast heel veel spinnen ook een miereneter in een boom. De nacht safari gaat helaas 's avonds niet door want het onweert. We hebben een gezellig maar vermoeiend gesprek in het Spaans met de twee andere gasten. Zij spreken nauwelijks Engels en wij nauwelijks Spaans dus wel een uitdaging, maar ook een gratis lesje!

Het heeft de hele nacht geregend, en 's ochtends houdt het nog even aan. Gelukkig voel je de regen niet in het bos, maar de poncho's moeten wel aan. De volgende dag heeft gids Erlan bedacht dat we voor de lunch niet terugkeren bij de lodge maar dat we diep de jungle in zouden gaan met lunchpaketje mee. Het leuke aan Erlan is dat hij het liefst niet op het pad loopt en het liefst dwars door rivieren, over bomen en door dichte struiken! David vindt het helemaal leuk, Floor wat minder. Survival is misschien toch iets meer voor mannen. Na 4 uur lopen gaan we lunchen op een geïmproviseerde tafel. De terugtocht is lang en gelukkig met iets minder water. In de lodge zijn we nu echt de enige gasten. Na de wandeling krijgen we thee, koekjes en popcorn en we krijgen een mega uitgebreid diner. Met 3 personeelsleden op 2 gasten is het bijna 5 sterren aandacht. Het regent 's avonds weer dus weer geen nachtwandeling.

De laatste dag eindelijk weer lekker weer, we dachten dat Erlan een uurtje wilde gaan wandelen, maar dat werden er drie. David genoot wederom en Floor slenterde er mopperend achteraan 'ik ben er helemaal klaar mee!', gezellig! Ook tijdens deze wandeling werd het pad niet gevolgd. Na nog een beetje sieraden geknutseld te hebben gaan we met een bootje naar een uitkijkpunt. Na een korte wandeling zien we verschillende ara's nestelen in een rots. We lopen verder en krijgen van onze gids strepen op ons gezicht en lichaam 'als echte Indianen'.

Daarna lopen we naar het uikijkpunt met een prachtig uitzicht over Madidi National Park (de jungle) met verschillende paartjes ara's die hier overheen vliegen. Dan gaan we terug met de boot naar Rurrenabaque. Het einde van de tour. Gelukkig staat hier een warme douche op ons te wachten.

De volgende middag vliegen we terug naar La Paz, gelukkig verloopt deze vlucht een stuk voorspoediger. Er zijn geen wolken en we kunnen zelfs genieten van het uitzicht. Nadat we onze bagage hebben gepakt springen we in een taxi naar de plek waar de bussen vertrekken naar Copacabana, onze laatste bestemming van Bolivia. Na 3 uur komen we aan in Copacabana, we vinden een hotel en gaan uit eten. Het hoogte verschil van 3200 meter met Rurrenabaque voelen we wel en na het eten gaan we lekker naar bed. De volgende dag gaan we met de boot naar Isla Del Sol. Omdat we nu eindelijk eens Bolivia uit moeten besluiten we hier niet te overnachten. We hebben de sloomste boot van alle en ons plan om van noord naar zuid te lopen zien we bijna in rook op gaan. Het is 4 uur wandelen en we hadden maar 4.15 uur om de laatste boot te halen. We wagen het er op en beginnen aan een pittige wandeling, maar wel zo mooi. Met uitzicht aan alle kanten op Lake Titicaca.

Dit meer is enorm en het hoogste (hoe kan het ook anders) op de wereld! We genieten en komen met verbrande koppen gelukkig op tijd aan voor de boot. We zitten nog even lekker in de zon met een Nederlands stel en gaan voor het laatst bij een Boliviaans restaurant eten.

En dan is het echt voorbij, om 9 uur ‘s ochtends gaan we met de bus naar Cusco en binnen een kwartier zijn we de grens over. Ons geliefde Bolivia uit. Na 5 weken zijn we erg gehecht geraakt aan dit prachtige diverse land met haar lieve mensen. Met pijn in ons hart nemen we afscheid en rijden in 10 uur door naar de grote stad Cusco waar we nu zijn. Ook hier staat weer van alles op het programma. Een tour naar Machu Pichu is al geboekt. De laatste weken gaan in, we kunnen niet geloven dat de tijd zo snel is gegaan. Nog 5 weken heel erg genieten....

Liefs David & Floor

Onze eerste weken in Zuid Amerika

Lieve allemaal!

Allereerst zijn we blij dat we weer een verhaaltje op de site kunnen plaatsten, een Boliviaanse trein had bijna roet in het eten gegooid... Daarover later in het verhaal meer!

Het is donker als we aankomen in Buenos Aires, maar we nog steeds vrijdag. Na een douche nog even de kroeg in gedoken en toen naar bed...

Om direct in het goed ritme te komen van de Argentijnse tijd slapen we niet uit. Er worden in Buenos Aires gratis stadswandelingen met een gids gegeven. Dit is een interessante en snelle manier om de stad beter te leren kennen. Na deze rondleiding en een uitgebreide lunch gaan we zelf de stad verkennen. Ons doel is de wijk San Telmo waar er op een plein tango wordt gedanst. Op de weg er naar toe lopen we in een stille straat en komt er een vreemde jongen op ons af en vraagt ons om wat geld. We negeren hem en reageert boos. Een paar meter verder ziet David dat hij iets smerigs op de rug van Floor heeft gespuugd. We lopen door en duiken een Mc Donalds in om Floor d'r jas schoon te maken. Achteraf blijkt dat dit een tactiek is van de straatjongens hier om je te beroven. Normaal gesproken zou je dan stoppen en je jas uit doen om te kijken wat er aan de hand is. Wanneer je dit aan het doen bent pakken ze snel je jas of tas af en rennen weg.

Toch maar de taxi naar San Telmo. We komen aan op een gezellig plein met allemaal terrasjes en inderdaad tango dansers. Het lijkt een beetje op Montmartre in Parijs. Het blijkt dat 2 glazen wijn net zo duur is als een fles wijn, moeilijk keuze dus.... Na een paar wijntjes begint de jetlag er behoorlijk in te hakken, maar we proberen ons zelf er niet aan over te geven en zoeken een restaurant op. Na een middag typisch Buenos Aires te hebben beleeft moeten we dit ook zo afsluiten. Hoe kan dit beter dan met een goede steak. En inderdaad, David eet de lekkerste en grootste steak ooit en Floor kiest voor heerlijk op echt vuur gerookt varken. Hierna zijn we echt op en gaan slapen.

Zondag, de dag van het voetbal en dat betekent in Buenos Aires de ‘Boca Juniors' met hun stadion in de wijk La Boca. We willen graag naar een voetbalwedstrijd maar via een georganiseerde tour is het veel te duur (€80,- per kaartje). We pakken toch de bus naar de wijk La Boca aangezien dit een hele mooie en gezellige wijk is. En wellicht dat we via via bij het stadion nog een kaartje kunnen regelen. La Boca staat bekend om haar gekleurde huizen, wederom om het tango dansen en natuurlijk het voetbal. Er heerst inderdaad een gezellige sfeer met overal muziek, winkeltjes en restaurantjes. Bij het stadion ontmoeten we een paar mannetjes die kaartjes verkopen voor de wedstrijd van die avond, maar alleen voor het uitvak in de bovenste ring. Om te voorkomen dat we hier niet worden gestript laten we de wedstrijd aan ons voorbij gaan.

Verderop in de stad is er een grote antiekmarkt op een lange straat die we 's middags bezoeken. Er is weinig antiek, maar wel veel kunstenaars en souvenir stalletjes. Terug in het hostel vragen we om een kroeg waar we wat kunnen eten en de wedstrijd van de Boca Juniors kunnen kijken. Wanneer we in de straat van de kroeg aankomen zien we nergens een kroeg. Floor besluit om de deur van het opgeschreven adres maar te openen en er blijkt inderdaad op de eerste verdieping een kroeg te zitten, maar van buiten ziet het er net uit als ieder andere voordeur. Na een gezellige avond is het weer tijd om naar bed te gaan.

Op aanraden van velen verkassen we de volgende dag naar de wijk Palermo. Een wijk met weinig toeristische trekpleisters, maar wel met de echte Argentijnse cultuur. Een stuk rustiger en veiliger dan het centrum en er zijn op elke straathoek restaurants en bars. Gezellig dus. Nadat we de tassen hebben gedropt bij ons nieuwe hostel gaan we met de bus naar de buurt Recoleta waar een begraafplaats is met het graf van de bekendste Argentijnse vrouw: Evita Péron. De begraafplaats in net een stad en is prachtig. 's Avonds hebben we wederom een heerlijke steak gedeeld met een Argentijns wijntje voor dat we naar een percussie optreden gaan op aanraden van het hostel.De volgende dag schijnt dan eindelijk de zon! We maken een wandeling door botanische tuin, rozentuin, japanse tuin, bezoek aan cultureel centrum. 's Avonds gaan we weer lekker uiteten want het vlees is zo lekker en in vergelijking met Nederland heel goedkoop! Na het eten gaan we met de bus naar een adres ergens in de stad, er zou hier een tango avond zijn. Aangekomen op het adres dachten we wederom dat we verkeerd waren. Maar na twee trappen beklommen te hebben kwamen we in een enorme zaal waar iedereen aan tafeltjes zat te drinken en op de dansvloer stonden verschillende stelletjes de tango te dansen. Een echt stukje Argentinië! Om 1 uur 's nachts begon er ook nog een band te spelen.

De volgende dag hebben we eindelijk weer eens rustdag, verhaaltje schrijven voor de site en wat rondwandelen. De dag erop gaan we om 15:30 met de bus naar Iguazu, we hebben gekozen voor de luxe optie inclusief eten. De bus is prachtig ruime stoelen die bijna plat kunnen, dekens, kussens. Bij het eten een wijntje en na het eten een glaasje whisky en voor het slapen gaan krijgen we zelfs een glaasje champagne! Na 3 films gaan we slapen en worden we de volgende ochtend top fit wakker in Puerto Iguazu. We zoeken naar een hostel en besluiten na het douchen meteen de wereldberoemde watervallen te bezoeken. Het is zonnig weer en internet zei dat het wel eens kon gaan regenen de volgende dag. De watervallen waren fantastisch, we hebben aan de Argentijnse kant alle wandelingen gedaan en uiteindelijk als laatste het spectaculaire Garanta del Diablo (de duivels mond).

Terug in het hostel was het wachten op de komst van Jean-Paul (vriend uit Leeuwarden) en Miriam. Zij waren aan het rondreizen door Argentinië en Brazilië en het kwam toevallig zo uit dat we gezamenlijk in Puerto Iguazu waren. Wat is de wereld toch klein! 's Avonds zijn we lekker uit eten gegaan met z'n vieren en daarna natuurlijk een borreltje gedronken op de gezelligheid.

Als we wakker worden besluiten we niet naar de Braziliaanse kant van de watervallen te gaan, maar een opvangcentrum en revalidatiecentrum voor dieren te bezoeken. Hier worden, vaak zieke, wilde dieren naar toe gebracht om ze weer op te lappen en ze vervolgens weer uit te zetten. 's Middags gaan we naar het drielandenpunt ‘Argentinië, Brazilië, Paraguay'. Het blijft speciaal om van één punt drie landen te zien.

Na Puerto Iguazu willen we naar de Pantanal in Brazilië. We gaan dus naar het busstation om buskaartjes te regelen naar Campo Grande (Brazilië). Na 5 minuten engels/spaans/frans etc. te hebben geprobeerd met de beste man zegt hij doodleuk ‘kom over 2 dagen maar weer terug, dan is er weer een collega die Engels spreekt'. Furieus verlaten we het kantoor en besluiten om de volgende dag de Braziliaanse grens zelf over te gaan en daar een kaartje proberen te kopen.

's Avonds eten en borrelen we weer gezellig met Jean-Paul en Miriam.

's Ochtends nemen we afscheid van Jean-Paul en Miriam en pakken de stadsbus naar Foz do Iguazu (Brazilië). We moeten we bij de grens uit om stempels te halen en pakken daar weer een bus naar een busstation. Dit blijkt het busstation voor de korte afstanden, dus pakken we weer een bus naar het andere busstation. Hier aangekomen bleek dat we een paar uur later al met de bus konden naar Campo Grande en dit vanuit hier nog €50,- scheelde ook!

Wanneer we 15 uur later aankomen in Campo Grande stallen we onze spullen in een locker en gaan op jacht naar een leuke tour om de Pantanal te bezoeken. De Pantanal is een moerasgebied van 150.000 km2 in zuid-west Brazilië met veel dieren en planten. We willen rustig de tijd nemen en desnoods hier overnachten, maar we vinden een tour die diezelfde middag nog weg gaat.

Om 19.30 komen we aan op onze fazenda in de Pantanal. Een fazenda is een soort boerderij in de Pantanal waar je ook kan overnachten. Er staat een uitgebreid diner buffet voor ons klaar, maar we moeten bij kaarslicht eten want de stroom is uitgevallen. Dit betekend ook geen warme douche want dit werkt hier allemaal op elektriciteit. Ook blijkt dat we hier in gescheiden slaapzalen moeten slapen de komende dagen. Niet echt gezellig dus, maar het blijkt dat er bij Floor niemand anders op de kamer ligt dus David mag hier ‘stiekem' wel slapen. Het leek net alsof we weer op schoolkamp waren en de jongens 's nachts stiekem naar de meisjeskamer slopen.

Na een uitgebreid ontbijtbuffet ontmoeten we ons gids Levy voor de komende dagen. We starten met een wandeling om Posada Santa Clara (de fazenda) heen. De fazenda zelf blijkt ook een soort dierentuin. Er vliegen hier allerlei soorten vogels (papegaaien, toekans, roofvogels etc.), zwijntjes, en 's avonds komen er neusbeertjes, wasbeertjes en vosjes kijken. Daarnaast leven er bij de rivier verderop tientallen kaaimannen en capibara's (hele grote hamsters). Na de wandeling is er een uitgebreide lunch. Hierna gaan we paardrijden wat we beiden nog nooit gedaan hebben.

Na een korte uitleg hijsen we ons op een paard. David krijgt het kleinste paardje toegewezen (toepasselijk) maar Romario is wel een van de snelste. Na een wandeling van 2 uur door een waanzinnig mooi landschap. Mogen de mensen die het durven uit de groep in galop. David samen met twee anderen spurten weg. Keihard over een zandpad tot een man riep dat ze moesten stoppen. David stopte toen, maar die twee anderen wisten niet meer hoe ze moesten stoppen. Een redelijk gevaarlijke situatie, maar gelukkig kwamen de paarden uiteindelijk tot stilstand. Het paardrijden was wel geweldig. Als afsluiting van deze leuke dag trakteren we onszelf op een Caipirinha in de bar. Hier ontmoeten we 6 Nederlandse jongens uit Amsterdam, gezellig.

Een kleine kater als we de truck instappen voor een ‘safari' met de auto. Na een uur rijden gaan we 3 uur wandelen door de pantanal heel mooi en veel verschillende dieren met name vogels. Na de wandeling heeft de chauffeur van de truck een lunch gemaakt.

Hierna was het tijd om piranha's te gaan vangen voor het diner van die avond. We stonden te vissen tussen honderden kaaimannen die hongerig naar ons haakje zaten te kijken. Als je niet snel genoeg was pakten zij de vis voor jij hem uit het water kon halen. Met stukjes vlees als aas vingen we in het begin vrij veel piranha's, maar na een uur hadden ze ons door.

Na een onwijze stortbui op de weg terug naar de fazenda konden we ons een paar uur opwarmen voordat we op avondsafari gingen. We reden in het donker met een zoeklicht rond om dieren te spotten. Hier zien we een paar herten, families capibara's en kaaimannen die hun jongen beschermden. Bij terugkomst stond er een lekker piranha maaltje op ons te wachten en hebben we nog een drankje gedronken bij het kampvuur.

Alweer de laatste dag in de Pantanal. Op het programma staat een 2 uur durende bootsafari. Vanaf het water zien we veel dieren die we de afgelopen dagen al hebben gespot, maar ook een hele groep otters. Na de lunch nemen we afscheid van de fazenda en rijden we met een truck naar de bushalte. Hier bleek dat we met iemand van het hotel mee kunnen rijden naar Corumba (grensplaats tussen Brazilië en Bolivia).

Na een rit van 2 uur komen we aan in een vreselijk dorpje. De sfeer is een beetje naar en om het helemaal af te maken slapen we in een kamer wat meer lijkt op een gevangeniscel met een stapelbed en verder niets. Kakkerlakken in de badkamer en een koude douche. Daarnaast was het er bewolkt en heel koud. Samen met een Deense jongen Tobias die we ontmoet hebben in de Pantanal gaan we uiteten in de drukste plek van het dorp. We raken aan de 'praat' met een Braziliaanse man die te dronken was om normaal te praten. We eindigen in een bar wat later een hoerentent blijkt te zijn. Op de weg naar het hotel worden we nog gevolgd door een enge man. Niet een plaats om lang te blijven hangen dus. Gelukkig is het maar voor één nacht, want de volgende dag gaan we de grens over naar Bolivia.

Onze klokken staan nog verkeerd en dus komen we veel te vroeg uit ons bed. We pakken onze spullen in en wachten tot Tobias klaar is. We ontmoeten nog een Engelse jongen Pricey die ook naar de grens met Bolivia gaat. We besluiten samen te reizen want we gaan allemaal 's avonds met dezelfde trein. Het plan is om na de grensovergang een café te zoeken waar we de eerste EK wedstrijd kunnen kijken. Met de bus naar de grens verloopt allemaal erg eenvoudig. Uitstempelen uit Brazilië en instempelen in Bolivia.

Het treinloket blijkt pas over 3 uur open te zijn, dus op zoek naar een café. We vinden in Puerto Quijarro een hotel waar we de hele dag in een zaal mogen zitten, drinken, eten en TV kunnen kijken. Ondertussen is het loket open en regelen we kaartjes voor de trein naar Santa Cruz. De trein vertrekt om 6 uur in de avond. De trein is prachtig, het chicste vervoermiddel naast de bus van Buenos Aires naar de watervallen. We krijgen eten er wordt een filmpje gedraaid en dan gaan we lekker slapen in onze comfortabele stoelen....

Midden in de nacht, een harde klap en we vliegen beiden tegen de stoel voor ons. Wat is er gebeurd? hebben we een beest geraakt? Dat kon bijna niet daar was de klap te hard voor. David gaat in de wagon voor (de trein bestond uit twee wagons) polshoogte nemen. Als snel blijkt dat we betrokken zijn bij een botsing op een andere trein! Op het spoor voor ons, vlak na een bocht, staan 2 wagons van een goederentrein die deze verloren is. Onze machinist was gelukkig alert en remde af zodat we maar met 10km per uur er achterop knalde. De hele voorkant van onze trein aan diggelen en we zijn ook nog eens ontspoort. Gelukkig zijn we niet gekanteld en is er, naast een paar blauwe plekken, niemand gewond geraakt. Na 4 uur staan onze wielen weer op het spoor en worden we teruggesleept naar het dichtstbijzijnde station. Hier stappen we een andere trein in, als dat maar goed gaat....

Na een reis van 24 uur in plaats van 12 uur komen we aan in Santa Cruz. We vinden een hostel en trakteren ons daar op een warme douche. Ook vinden we dat we wel een biertje hebben verdient. We gaan uit eten met Tobias en Pricey en daarna op aanraden van onze serveerster naar een typische Boliviaanse club. Wel grappig, maar wij zijn niet ritmisch genoeg voor het zuid-amerikaanse dansen.

Na een heerlijk ontbijt, gaan we naar de markt in Santa Cruz en kopen alvast een muts en handschoenen omdat het in Bolivia erg koud kan zijn. Het is alleen ruim 25 graden dus het voelt wel een beetje vreemd. We lunchen drie gangen voor slechts 2,6 euro per persoon, en kijken de rest van de dag voetbal en tennis in ons hostel. Een tip van het hotel was een restaurant aan de andere kant van de stad, dus wij daar met Pricey naar toe. We eten hier heerlijke steak en als we terug komen in de stad is op een van de pleinen een avondmarkt gaande, we laten hier een karikatuur tekenen waar Floor uiteindelijk meer op een rat leek dan op haarzelf. Om af te sluiten drinken we nog een drankje in de Irish Pub en nemen afscheid van Pricey die de volgende ochtend vroeg naar La Paz vliegt.

Omdat het maandag is en de wasserettes weer open waren konden we eindelijk gaan wassen. Dit was echt nodig want er was geen schone onderbroek meer over! We vinden een wasserette die onze was om 2 uur klaar zou hebben zodat we nog die dag door konden reizen naar Samaipata. Zo gezegd zo gedaan. En om 3 uur zaten we in de taxi naar Samaipata een bergdorpje op z'n 3 uur rijden van Santa Cruz. Na aankomst in het dorp vinden we eerst een hostel en gaan daarna op jacht naar een trekking voor de volgende dag. Samen met 2 Fransen en een Australiër boeken we een trekking waar we condors kunnen gaan bekijken, maar we moeten wel al om 6.30 uur klaar staan, vroeg naar bed dus.

Vroeg uit de veren, we worden opgehaald en gaan samen met de gids 2,5 uur met de taxi naar het punt waar we vandaan beginnen met lopen. De gids wees naar de berg waar we op zouden gaan. Dat beloofde een pittige klim te worden. Na 3 uur alleen maar berg op lopen kwamen we boven op de berg aan. Hier zagen en hoorde we een aantal condors (enorme vogels) over ons heen vliegen.

Een indrukwekkend gezicht. We lunchen op de berg en lopen de zelfde route weer terug naar de auto. We bezoeken op de weg terug nog een waterval. Het is al donker als we terug komen in het dorp. We gaan snel nog de buskaartjes regelen voor de nachtbus naar Sucre de volgende dag en daarna lekker eten.

De volgende dag gaan we samen met de groep van de trekking naar El Fuerte een Inca tempel en ruines van een stad op een berg. Dit is onze eerst ervaring met de Inca's maar er zullen waarschijnlijk nog vele tempels volgen. We wandelen hier een paar uur rond en gaan dan weer terug naar het dorp. Even lunchen en dan ons klaarmaken voor de EK wedstrijd Nederland-Duitsland. We gaan in een kroeg van een Nederlander kijken samen met nog een aantal andere Nederlanders. Je zoekt elkaar toch een beetje op, en ondanks het teleurstellende resultaat was het een gezellige middag. Na het voetbal gaan we onze spullen pakken en nog wat eten kopen voor de busreis. De mensen die deze route al hebben gemaakt waarschuwen ons dat het een hobbelige weg is en dat veel mensen wagenziek worden. We keken dus erg uit naar 11 uur in de bus. We gaan nog wat eten bij het restaurant waar we de buskaartjes hebben gekocht en om 21:30 kunnen we de bus in. We hebben grote comfortabele stoelen. Ondanks dat de buschauffeur het raam open heeft en het dus -1 in de bus is, verloopt de route prima.

Midden in de nacht na 5 uur rijden de eerste toiletstop 'Banõs, Banõs', David ging de bus uit samen met de andere mannen uit de bus en Floor lette op de tassen tot David terug kwam. Toen kon Floor naar het toilet, iedereen was alweer binnen. Eenmaal buiten bleek er geen toilet te zijn, maar een vlakte rond de bus. Dus onder het toeziend oog van de hele bus moest Floor toch maar gaan plassen, en nog voor zij haar broek weer aanhad begon de bus weer met rijden. Een redelijk gênante ervaring.

Om 7 uur reden we na een redelijke busrit Sucre binnen.

Op advies gaan we direct naar hostal San Francisco. Een prima hostal met een prima kamer alleen we merken dat we op 3000 meter zitten. Wanneer we 2 trappen naar onze kamer lopen, zijn we helemaal kapot. De komende dagen dus maar even rustig aan doen en wennen aan de hoogte.

Op ons gemak verkennen we de stad en beginnen bij de markt. Hier schijnen ze namelijk lekkere fruitsalades te maken. En inderdaad, middenin de markt staan 20 fruitstalletjes met daarachter allemaal vrouwen die voor €0,80 een heerlijke fruitsalade maken met yoghurt, slagroom en cornflakes. Ons ontbijt voor de komende dagen is dus bepaald. De rest van de dag struinen we een beetje door de stad, lunchen voor €2,- op de markt en bezoeken een museum waar veel carnavalsmaskers zijn tentoongesteld.

Sucre staat bekend om haar witte centrum (world heritage), trekkings in de omliggende bergen en veel dinosaurus voetafdrukken. Voor het laatste hebben ze een toeristenpark gemaakt (Parque Cretácico), dus besluiten we deze te bezoeken. Na ons fruitontbijt op de markt pakken we de lokale bus naar het ‘thema' park. Het park ligt in het midden van een steengroeve en de voetstappen lopen rechtop tegen een berg, niet echt geloofwaardig naar ons idee. Onze gids in het park verteld ons welke dinosaurussen hier hebben geleefd, wanneer en dat Bolivia vroeger plat was dus dat de voetafdrukken daarom recht omhoog lopen. 's Middags bezoeken we één van de hoogste punten van de stad; Recoleta. Vanuit hier heb je een fantastisch uitzicht over de stad.

Op zondag is er in een dorp in de regio een hele mooie traditionele markt die we willen bezoeken. Eigenlijk in combinatie met een tour om ook nog iets van de omgeving te zien. Er is één bedrijf die dit doet, maar er waren naast ons geen aanmeldingen. Het is een minimum van drie personen, maar na veel zeuren gingen ze toch overstag.

Het is zaterdag en we gaan met de lokale bus en onze gids Johnny naar een dorp 2,5 uur verderop ‘Tarabuco'. In dit dorpje is de volgende dag ook de markt, maar vandaag begint voor ons vanaf hier de trekking. We droegen allebei een grote rugtas met een tent, slaapzak, matje, eten en warme kleren. Geen hostel dus voor ons die nacht, maar echt kamperen. We hebben veel moeite met de trekking, een combinatie van de zware tassen en de hoogte wordt een beetje te veel. Gelukkig gaan we halverwege de tocht lunchen en een beetje rusten. Daarna lopen we door naar het dorpje waar we gaan slapen. We slapen op het erf van een boerderij, nadat we de tent hebben opgezet lopen we nog een rondje door het dorp. We krijgen bij onze gastfamilie een kopje thee en daarna is het pas 5 uur, het begint al flink koud te worden, dus maar een kampvuurtje maken. Als het hout op is lopen we naar de boerderij voor het diner, een stevige soep. Heerlijk om een beetje op te warmen. Als de soep op is het bijna 8 uur. Er is geen vuur meer dus er zit niets anders op dan vroeg de tent in te duiken.

We moeten vroeg op, want we willen op tijd terug zijn in Sucre voor de (dramatische) wedstrijd tegen Portugal. We worden om 6:30 wakker, pakken de tent in en gaan ontbijten. Om 7:30 lopen we weg uit het dorp op weg naar de markt. Onderweg lopen we samen met de mensen en ezels uit het dorp die dingen gaan kopen of verkopen. Eenmaal aangekomen op de markt zijn de mensen nog aan het opbouwen typisch de Manana Manana cultuur die hier heerst. Het is allemaal wat rustiger dan wij gewend zijn. Na een kop koffie en een echt toilet gaan we de markt bezoeken, allemaal mensen in traditionele kleding die van alles verkopen. Leuk om te zien.

Na de lunch gaan we per lokale minibus terug naar Sucre. Deze rijden niet op tijd, maar alleen als ze vol zijn. Dus na ongeveer 45 minuten wachten konden we eindelijk gaan. Als we terug zijn in Sucre checken we snel weer in bij ons hostel en gaan naar de kroeg. Een Nederlandse kroeg met 50 Nederlanders zaten klaar voor de wedstrijd, helaas was het niet het gewenste resultaat. We ontmoeten wel een leuke Nederlandse meid waar we mee uiteten gaan.

De hier opvolgende twee dagen doen we rustig aan. We bezoeken een markt waar 'heksen' verschillende middeltjes verkopen waaronder dode baby lama's, foetussen van lama's en honden, diverse kruiden en dode toekans allemaal op te verbranden voor Pachamama (moederaarde). Op de laatste dag in Sucre ontmoeten we de Deense Tobias nog, we gaan samen eten en drinken we drankje. De volgende ochtend een laatste fruithapje op de markt voordat we met de bus naar Potosi gaan. Inmiddels zijn we in de hoogste stad van de wereld op 4060 meter hoogte. De hoogte is vrij heftig en we hebben het gevoel dat we én een beetje dronken zijn én een jetlag hebben én dat we een enorme kater hebben. Even wennen dus aan de hoogte!!

Tot het volgende verhaal trouwe lezers!

Liefs David en Floor

Ps.: We hebben de foto's behorend bij dit verhaal verdeeld over drie mapjes. Je kan ze terug vinden onder het kopje foto's op deze site

http://davidenfloor.reismee.nl/fotos/119156/buenos-aires-iguazu-watervallen/

http://davidenfloor.reismee.nl/fotos/119158/pantanal/

http://davidenfloor.reismee.nl/fotos/119177/bolivia/

AMAZING Australië deel 2

Na onze tour op Fraser Island komen we terug in Rainbow Beach. We rijden naar de bushcamp waar we de dag voor de tour ook al hadden geslapen. We parkeren de camper op een strategische plek aangezien we een paar dagen daarvoor uit het zand moesten worden geduwd door een paar medekampeerders. 's Avonds in bed was het heel koud, rond de 5 graden. De camper heeft helaas geen verwarming dus het was wel wat koud. De volgende ochtend rijden we verder naar Noosa, een plaatsje bekend om het surfen en een mooi national park. We realiseren ons te laat dat het een nationale vrije dag is in Australië en dat iedereen lekker naar het strand wilde! In de file gingen we het dorpje in en na een uur zoeken naar een parkeerplek en een hoop gemopper reden we weer in de file het dorpje uit. Uiteindelijk parkeren we de camper naast het national park en hebben vanuit daar een wandeling gemaakt naar het strand. We besluiten om hier te overnachten om de volgende dag wat meer van de omgeving te zien zonder tienduizend andere mensen. We vinden een mooie camping en slaan ons kamp hier op.

Wanneer we 's ochtends richting het national park en de stranden rijden is het inderdaad veel rustiger. We doen een lange wandeling met ook een prachtig uitzicht. Ook genieten we van de vele surfers die wachten op de juiste golf. Na de lunch rijden we verder richting de Glasshouse Mountains. De tip om deze bergen te bezoeken hebben we gekregen van een Australisch stel die we hebben ontmoet in Cambodja.

Helaas is de toeristeninformatie net dicht wanneer we hier aankomen dus we kunnen nog geen tips inwinnen voor een overnachting, zelf maar op zoek dus. De eerste camping die we tegen komen blijkt failliet. Niet veel verder vinden we een ietwat afgelegen parkeerplaats waar we ons niet op ons gemak voelen. Er waren geen mede-kampeerders om ons gezelschap te houden en het was er donker. Tegenover de parkeerplaats is een caravanpark, daar maar proberen. De eigenaar heeft helaas geen plek voor ons, maar we mogen op het bezoekersparkeerterrein blijven overnachten en gebruik maken van de faciliteiten waaronder een warme douche! Gratis! Dus dat kwam goed uit. Het werd 's avonds toch wel koud dus buiten eten zat er niet meer in. Dus hebben we de camper omgebouwd tot woon- en eetkamer. Lekker knus!

Na het ontbijt hebben we de wandelschoenen aangetrokken en bij de toeristen informatie een route gehaald. Voordat we aan onze wandelingen in de bergen beginnen stoppen we eerst bij een camping om te kijken of we hier 's avonds kunnen overnachten. De eerste wandeling zou vrij moeilijk worden op het eind, maar met een prachtig uitzicht. Het eerste half uur was inderdaad makkelijk, totdat we ineens stijl omhoog over de rotsen moesten klimmen. Na een heftige klim kwamen we bovenop de berg met een prachtig uitzicht over de omliggende bergen en het landschap. Hierna lunchen we op een uitzicht punt met uiteraard bbq's om onze hamburgers te bakken. De tweede wandeling van de dag was een iets langere van 2,5 uur, maar weer erg mooi. Onderweg verzamelen we verschillende takken en dennenappels voor ons kampvuur later op de camping.

Eenmaal op de camping aangekomen blijkt dat we bijna de enige gasten zijn en de kampvuurplaats voor ons zelf hebben. Aangezien het inmiddels 's avonds vrij snel afkoelt, eten we lekker bij het vuur en blijven hier ook de rest van de avond zitten. Niets zo fijn als je eigen gemaakte kampvuurtje en een lekker glaasje wijn! Helaas moesten we naar bed toen het hout op was.

We besluiten dat na de Glasshouse Mountains onze roadtrip erop zit en alvast richting Brisbane te rijden. We parkeren de camper met veel pijn en moeite in de stad en zoeken een vvv om naar campings te informeren dichtbij de stad. We regelen alvast een overnachting in een hostel omdat we over twee dagen helaas weer onze camper moeten inleveren. Hierna verkennen we al even kort de stad. We wandelen langs de rivier en zien hier een strand, of het is eigenlijk een soort zwembad, gratis voor iedereen. Er hangt een relaxed sfeertje, jammer dat we onze zwemkleding niet bij ons hebben. Na deze wandeling gaan we op zoek naar de camping. We vinden een plek op een camping ongeveer een kwartier van de stad.

's Ochtends pakken we de bus naar de stad. En daarna de ferry naar verschillende buurten van de stad. Een mooie en snelle manier om veel van de stad te zien. We bezoeken de wijk West End, het centrum en daarna met de ferry naar de botanische tuin wat naar onze mening niet veel meer is dan een groot park. Aangezien het vrijdag is sluiten we de dag af met een traditionele vrijdagmiddagborrel in het centrum en gaan met de bus terug naar de camping. De laatste avond eten we de restjes die nog op moeten uit de camper en bouwen hiermee een enorme pastasalade.

D-day, vandaag moeten we afscheid nemen van onze trots, de camper. Na 4 weken moeten we de backpacks weer inpakken, schoonmaken en de bus door de carwash. De locatie waar we de camper moesten inleveren zou heel dichtbij moeten zijn... maar na 3 keer dwars door het centrum en terug naar de camping gereden te zijn, konden we het niet vinden. Na heel lang zoeken en nog een paar rondjes waren we er dan eindelijk. Papieren en sleutels inleveren, ahhhh dat was het dan 'DAAAG CAMPER!'.

We moeten nu weer als echte backpackers slapen in een hostel. Het hostel dat we gereserveerd hadden was in een oud gebouw. We sliepen op de 5e etage en de lift was stuk! We hadden een spartaanse kamer met alleen een bed en douchen moest in een hokje buiten op het terras, dus toch nog een beetje kamperen.

We gaan die dag naar een markt, heel anders dan in Azië, maar wel heel leuk. Live muziek, lekker eten bij verschillende kraampjes. Ook brengen we een bezoek aan China Town. Dit valt een beetje tegen, er is één straat met wat Aziatische restaurantjes. 's Avonds gaan we een borrel drinken bij de bar van het hostel. We gaan niet te laat naar bed want moeten de volgende ochtend om 6 uur met de trein naar het vliegveld voor onze vlucht naar Alice Springs.

Tijd voor ons nieuwe avontuur in the Outback van Australië! Vanuit het vliegtuig zien we het al: Heel veel niets! Rood zand, kleine boompjes en kaarsrechte wegen. Er is sowieso al heel veel niets in Australië maar de omgeving van Alice Springs is wel het meest afgelegen. Boerderijen met koeien en honderden hectaren grond. We komen aan op het vliegveld en gaan met een bus naar Alice Springs. Deze bus had gratis geweest als we al een kamer hadden geboekt. Zonde van het geld. We laten ons afzetten bij de toeristen informatie en regelen een hostel. Dit was 20 minuten lopen. Dus wij met de backpacks op pad. Na 5 minuten zagen we een busje van het hostel langs rijden. En gelukkig konden we mee rijden. Het was inmiddels lunchtijd en ze waren net worstje op de BBQ aan het leggen. We mochten wel meelunchen en er was live muziek. Heel gezellig dus.

We wilde deze dag gebruiken om een auto te regelen voor de komende dagen om de highlights zoals de Uluru/Ayers Rock, the Olga's en Kings Canyon te bezoeken. Jason van het hostel rade het ons af om een auto te huren want dat was veel te duur, maar in plaats daarvan met hun mee te gaan op een 3 daagse tour. Natuurlijk geloofden we dat niet dus hebben we verschillende verhuurbedrijven gebeld voor een prijsopgave. Maar al snel kwamen we er achter dat dit erg duur zou worden en dat de kilometers voor 4 dagen ook wel wat veel waren om zelf te rijden. Dus we kozen voor de optie om mee te gaan met een tour. En na de tour zouden we dan voor één dag een auto huren om de Mac Donnell Range te bezoeken. De tour zou pas dinsdag vertrekken en het was zondag dus dat betekende: één dag je vermaken in het immer zo bruizende Alice Springs!

In een boekje vonden we een wandeling door Alice Springs, met highlights zoals de Flying Docters, een beklimming van een berg voor een uitkijkpunt, musea en diverse oude gebouwen. Boterhammetjes gesmeerd, het beloofde een leuke dag te worden. Na twee uur hadden we alles gezien, een auto gehuurd en geluncht. Er is werkelijk niets te doen in Alice Springs. Het hoogtepunt van de dag voor de inwoners van Alice Springs (voornamelijk Aboriginals) was dat de slijterij om 2 uur open ging en dat iedereen vanaf die tijd zijn maximale dosis van 2 liter drank kon gaan kopen. Drank gebruik en de overlast hiervan is een groot probleem in Alice Springs. Om alle huizen staat een groot hek en ook bij het hostel ging de deur om 8 uur op slot. Met name de Aboriginals doen de hele dag niet veel meer dan rondhangen op straat en wachten tot ze hun drank kunnen halen. Na 6 uur mogen dozen wijn gekocht worden (een pak is 2,5 fles wijn), maar alleen bij de drive through slijterijen. Hoe raar is het dat je alcohol gebruik kunt combineren met autorijden!!! Al met al een triest probleem in deze stad.

De rest van de dag doen we weinig en zitten lekker in de tuin van het hostel. 's Avonds koken en maar vroeg naar bed, want we vertrekken wederom vroeg. Om 6 uur zitten we in de bus.

We zijn met 11 andere mensen in de tour en het is zo vroeg in de ochtend heel koud, dat belooft wat. Na een paar uur rijden en een paar stops komen we bij de Kings Canyon. We spotten onderweg nog een dingo, emu's, een kudde wilde kamelen en natuurlijk een kangoeroe! Hier doen we een wandeling van drie uur langs en door de kloof. Super mooi!

Na de wandeling moeten we weer een paar uur rijden, want Uluru (Ayers Rock) ligt nog tenminste 500 km verder. Vlakbij de plek waar we gaan overnachten moeten we de bus uit om hout te verzamelen voor het kampvuur. Met z'n allen struinen we de bossen af voor grote takken. Eenmaal aangekomen bij de plek waar we gaan kamperen is het al donker. In het donker maken we een kampvuur en steken daarna de BBQ aan. We eten rond het kampvuur met alle kleren die we bij ons hebben aan. Het is rond de twee graden. Na het eten en een paar drankjes rollen we onze swags uit (een soort slaapzak van tentstof met daarin een matras) Als je de swag helemaal dicht ritst heb je het niet koud. Met kleren en al in de slaapzak, maar toch wel een beetje koud en een beetje hard! Maar de sterrenhemel was fantastisch, zo midden in de bush met alleen het licht van de sterren en het kampvuur.

Om 5 uur werden we gewekt met een nieuw kampvuur, brrrrrr uit de swag komen is echt heel koud. Snel ontbijten, afwassen en het kamp opruimen wat we gaan snel weer verder. Nog in het donker reden we weer verder. Na een paar uur rijden zagen we Uluru vanuit de verte! Wow heel indrukwekkend zo'n rots op de grote uitgestrekte vlakte. Eerst gingen we naar Kata Tjuta/ The Olga's ook een gebergte maar heel anders dan Uluru. Hier hebben we ook een flinke wandeling voor de boeg met de nodige uitleg over het ontstaan van de rotsen en de Aboriginal cultuur. Prachtige wandeling en we zien natuurlijk ook hier wat kangoeroes rond hupsen. Zo leuk die beesten!

Na de Kata Tjuta gaan we echt richting Uluru, een van de bekendste beeldmerken van Australië. En ja we moeten bekennen ook al is het 'gewoon' een berg toch is het erg indrukwekkend. Gedurende onze reis zijn we veel Australiërs tegen gekomen die ons vertelden dat als je bij Uluru bent en de klim naar de top is open moet je hem beklimmen. David had dit goed in zijn oren geknoopt, maar onze gids was een voorstander van het niet beklimmen van de berg. Hij probeerde ons om alle manieren te overtuigen om het niet te doen. De Aboriginals willen niet dat mensen Uluru beklimmen omdat het een heilig object voor hun is. Iedereen die de berg beklimt is eigenlijk duivels. 's Ochtends was de klim niet open, maar 's middag was hij wel open. Dus toen zei David tegen de gids dat wij het toch wilde doen. Hij zei dat het mocht, maar dan moesten we wel eerst het culturele centrum bezoeken. Hij zei dat iedereen na het zien van deze expositie zich bedenkt.

Ik weet niet wat meer doorslag gevend was, de verhalen van de mensen die we gesproken hadden of het feit dat we tijdens de hele tour geen Aboriginal hebben gezien. We besloten toch te klimmen. De rest van onze groep wilde het niet. Dus werden wij gedropt bij de Uluru met de boodschap dat we binnen 1:45 uur terug moesten zijn. Al na een paar meter wisten we dat dit een zware opgave ging worden. Aan een ketting klommen we omhoog. De klim was erg steil en zowel links als rechts van de ketting liep de berg vrij snel heel steil af! Dit was voor David met zijn hoogtevrees een hele opgave. Toen we dachten halverwege te zijn vroegen aan een aantal tegenliggers hoe ver het nog was naar de top. Ze vertelden ons dat we nog niet halverwege waren op het eerste stuk, het tweede stuk was net zo lang als het eerste maar dan minder zwaar. Top! Een tempo'tje sneller dan maar, want David was vastbesloten om de top te halen en op tijd terug te zijn. Hoe hoger we kwamen en hoe mooier het werd! Eenmaal op de top was het uitzicht geweldig, maar we konden niet te lang blijven kijken want we werden terug verwacht. In een razend tempo zijn we naar beneden gelopen. En kwamen gelukkig op tijd beneden. Ondanks de verdoemenis die wij op ons af hebben geroepen door deze heilige berg te beklimmen waren we super blij met de ervaring!

Toen we beneden waren moesten we snel de bus in omdat we snel naar de plek gingen waar de zonsondergang het beste te zien is en waar de Uluru in het zonlicht de magische oranje kleur krijgt. Met een biertje in de hand, uitgeput van onze beklimming, zien we de zon ondergaan. Heel mooi.

Na de zonsondergang gingen we naar de camping om te douchen en te eten bij het kampvuur. Na het diner en het toetje kregen we nog een 'lekkernij' van de barbecue. Een kangoeroestaart! Onze gids had deze in het kampvuur gelegd en wij mochten het proberen, laten we het er maar ophouden dat je alles geprobeerd moet hebben...

Nogmaals rolden we onze swags uit, maar door ervaringen van de nacht er voor en door helemaal onder de dekens te gaan liggen en al onze kleren en sokken aan te houden hadden we het deze nacht niet koud.

Nog één dag vroeg op voor de zonsopgang bij Uluru. Wat niet zo speciaal en mooi was als de zonsondergang en heel erg koud! We waren liever iets langer in onze swag gebleven. We doen een wandeling om Uluru en komen langs muurschilderingen en andere Aboriginal plekken. Hierna in de bus terug naar Alice Springs. Dit was echt een bijzondere ervaring omdat de natuur zo anders is. In de bus terug slapen we veel en als we terug komen in het hotel gaan we nog gezamenlijk met de groep eten en drinken, maar iedereen gaat vroeg naar bed.

Natuurlijk hebben we de volgende dag weer van alles te doen, we gaan na het ontbijt de huurauto ophalen. Nog één nachtje met z'n tweetjes op roadtrip door de Mac Donnall Range. Een bergketen waar we langs reden met verschillende stops bij meertjes, kloven en andere mooie plekjes.

Een super leuke route door the Outback. Het rode zand, de dorre bomen, de bergen alles bij elkaar een mooi plaatje. We hebben een kamer geboekt bij het Glen Helen Resort (dit klinkt mooier dan het is), als we het park oprijden zien we een kleine helikopter staan. Bij de receptie zien we de prijs van een vluchtje en besluiten om dit de volgende ochtend te gaan doen. We hebben beiden nog nooit in een helikopter gezeten en in deze omgeving leek het ons een mooie kans! 's Avonds is er in de bar van het resort nog live muziek. We slapen in een dorm room (een kamer met meerdere bedden), maar zijn de enige.

Na het ontbijt ontmoeten we de piloot. We lopen naar de helikopter en na het warm draaien stijgen we op. Omdat er geen deuren in zitten waait de wind in ons gezicht en kunnen we alles goed zien. Zo bijzonder. De omgeving vanaf de grond is al mooi, maar vanuit de lucht helemaal!!

Eenmaal weer op de grond springen we direct de auto in en rijden terug naar Alice Springs. We moeten namelijk de auto inleveren en op tijd naar het vliegveld, want die middag vliegen we door naar Sydney.

Na een voorspoedige vlucht en een pickup door het hostel op het vliegveld komen we aan in ons hostel. Hier ontmoeten we weer twee Duitse meiden die ook met ons in de outbacktour zaten. Zij hadden gehoord dat wij hier een voordelige kamer konden krijgen dus hadden zij dit hostel ook maar geboekt. Nadat we de spullen boven hadden gezet wilden we boodschappen gaan doen, maar toen we langs de keuken kwamen vroeg een jongen of we wilde mee eten. Hij had Indiaas gekookt voor iedereen die er zin in had. Daar zeiden wij natuurlijk geen nee tegen. Na het eten nog even de stad in geweest waar het super druk was omdat het zaterdag was. Nu wisten we wat we vergeten waren, kleren om in uit te gaan. We zijn dus niet naar een hippe club gegaan maar hebben het bij een gezellig pub gehouden met live muziek.

In het hostel horen we over een gratis tour door het centrum van Sydney dus dat gaan we de volgende ochtend maar doen. Een enthousiaste jongen verteld van alles over de stad en laat ons de highlights zien. Aan het eind van de tour verwacht hij een fooi. Een prima manier om een stad te leren kennen. De rest van de dag bezoeken we een markt met heel veel Australische toeristen rommel, maar dan wel heel goedkoop. We eten in China Town en spelen 's avonds een heel lang potje risk in het hostel met mede backpackers.

Weer een gratis activiteit in Sydney, we nemen de bus naar Bondi Beach. Een strand waar alle hippe mensen van Sydney komen sporten en hun body te showen. We voelen ons niet helemaal op ons plaats. Iedereen loopt hier met een sportoutfit, rent heen en weer op het strand, zwemt of surft. We kijken onze ogen uit. We besluiten de wandeling te doen van 6 km naar Congee, op zich ook wel sportief! Een leuke en mooie wandeling langs de kust in het zonnetje. Terug in de stad gaan we naar het hoogste punt van Sydney, de Westfield Tower. Deze kan je bezoeken voor $25 p.p. of je kan naar het restaurant en voor een minimalen besteding van $20 p.p. heb je het zelfde uitzicht in een draaiende bar voor minder geld en met drankjes!! Dus we hebben een heerlijk glaasje champagne gedronken mét oesters, hmmmm! Veel betere besteding van ons geld!

Manly beachi is te bereiken via de ferry vanuit de binnenstad. Daar aangekomen zijn we in een andere wereld. Heerlijk rustig badplaatsje op nog geen 25 minuten met de ferry. Vanaf de ferry konden we mooie plaatjes schieten van het Sydney Opera House en de harbour bridge. In Manly drinken we een kopje koffie en een beetje onvoorbereid beginnen we hierna aan een wandeling van 10 km. We denken dat we onderweg wel een bus terug kunnen pakken. Een leuke wandeling langs de kust waar we maar door bleven lopen.

We lunchen in een idyllisch baaitje. We hebben 's ochtends boterhammen gesmeerd en we hebben zelfs een gekookt ei mee genomen. Toen Floor het eitje had gepeld en ze net een eerst hapje had genomen vloog een Kookaburra over ons heen pikte in Floor's hand en stal het ei! We schrokken ons dood. Gelukkig had het beest alleen maar Floors nagel geraakt. We hebben dus maar snel onze spullen gepakt en zijn weg gegaan. Na 4 uur wandelen waren we dan eindelijk bij de bushalte waarmee we terug konden naar Sydney. We eten een lekkere steak in Darling Harbour, een mooie en romantische plek aan het water.

De volgende dag een beetje rustig aan gedaan, alvast wat dingen uitzoeken voor Zuid Amerika. Aan het eind van de middag gaan we naar de botanische tuin en zien het Opera House 'by Night'. 's Avonds is er een belangrijke rugby wedstrijd tussen twee staten, de kroegen zitten vol dus wij willen wel even gaan kijken. We kennen de regels niet echt, dus we raken na de wedstrijd aan de praat met twee mannen. Zij blijken piloten te zijn en het is erg gezellig. Aan het eind van de avond vroeg een van de piloten of we de volgende dag zin hadden om wat te drinken. Hij zou zijn vrouw meenemen en ons in een lokale kroeg het echte Sydney laten zien. Wij dachten dat hij een drankje te veel op had en dat toch niet zou doen, maar gaven toch ons telefoonnummer.

De volgende dag is onze laatste dag in Sydney en dus ook de laatste dag in Australië. Het regent jammer genoeg dus we bezoeken een aantal musea, wederom weer gratis. In de middag krijgen we een sms van piloot Matt of we nog zin hadden om af te spreken. Waarom niet, om 6 uur ontmoeten we Matt met zijn vrouw op de afgesproken plek. We lopen met elkaar naar een heel leuke kroeg. Al snel bleek dat hun levens standaard wel een stuk hoger moest zijn, maar het is erg gezellig. Na een paar biertjes gaan we weg en vragen hun nog of zij misschien een wat goedkoper restaurantje in de buurt wisten voor ons om te eten. Toen vroegen ze of we misschien bij hun wilde eten. Dat sloegen we niet af en toen zaten we op de 22 verdieping in hun chique appartement te eten. Verse zalm van de BBQ, beter dan de afhaal pizza die wij zelf in gedachte hadden. Een leuke laatste avond. Terug in het hostel kaarten we nog even met de twee Duitse meisjes en een aantal andere mensen.

De echte laatste uren in Australië worden besteed door even te slapen, 5 uur opstaan, 6 uur de bus naar het vliegveld te nemen en daarna het vliegtuig in te stappen voor een reis van 24 uur. Eerst vliegen we 3 uur naar Auckland, hier moeten we uitstappen om na 1,5 uur weer in te stappen. Vervolgens 11,5 uur vliegen zonder slaap naar Santiago de Chili. Het is nog steeds zaterdag, slechts 3 uur later dan we zijn vertrokken. Na een moeizame communicatie op het vliegveld blijkt het niet mogelijk om ons in te checken achter de douane, dus moeten we door de douane - stempel in chili - onze tassen ophalen weer inchecken en dan weer door de douane -stempel uit chili- . Dus Chili kunnen we nu ook bijschrijven op ons lijstje, maar het enige wat we gezien hebben is het vliegveld en heel veel mist. Gelukkig kunnen we in ons vliegtuig naar Argentinië eindelijk slapen. Ook dit vliegtuig maakt nog een tussenstop in Mendoza waar we weer het vliegtuig moeten verlaten. We moeten hier door de douane van Argentinië. We zijn slaperig en zijn als laatste in de rij. Gelukkig had Floor nog een moment van scherpte, want toen we langs de douane liepen zag ze de tassen rond draaien op de bagageband??? Snel de bagage maar weer inchecken en maar duimen of de tassen nog wel op tijd in het vliegtuig zouden zijn. Wij moesten namelijk ook nog rennen omdat we de laatste waren op wie ze nog wachten! Nog maar een vlucht van 1,5 uur en dan zijn we eindelijk in Buenos Aires....

AMAZING Australië

Na een goede vlucht vanuit Bangkok naar Sydney moeten we binnen een 1,5 uur overstappen richting Cairns. Binnen deze tijd moeten we onze bagage ophalen, door de douane, naar een andere terminal, inchecken en met een bus naar de juiste vleugel waar onze gate zich bevindt. Vrij krap in de tijd dus.

Na de landing besluiten we nog snel de tax free winkel in te duiken, aangezien we hebben gehoord dat alcohol erg duur is in Australië. Een fles wodka kost bijvoorbeeld al snel €50. Op naar de douane. De paspoortcontrole verliep snel. Maar toen de bagagecontrole. In Australië zijn ze doodsbang (aangezien het een eiland is) om ziektes, epidemieën etc. binnen te krijgen. Of dat mensen van buitenaf iets meenemen waardoor exclusieve diersoorten uitsterven. Om het land binnen te komen moet je dan ook een uitgebreide vragenlijst invullen waarin onder andere wordt gevraagd of je de afgelopen 6 weken in aanraking bent gekomen met de natuur, je houten souvenirs hebt meegenomen en of er resten aarde aan je schoenen zijn blijven zitten. Dit is voor ons allemaal het geval. We besluiten te zwijgen over de houten boeddha uit Thailand en een beachball set (deze worden anders in beslag genomen), maar geven de rest wel aan. Onze wandelschoenen zaten namelijk nog redelijk onder de modder van de Thaise jungle. De vrouwelijke douanier bekijkt onze schoenen en zegt dat dit inderdaad niet kan, neemt onze schoenen mee en geeft aan dat ze met 5 minuten terug is. Na 10 minuten wortel schieten komt ze terug en heeft onze schoenen keurig schoongemaakt, top. Hierna mogen we door en rennen we naar de andere terminal, we krijgen voorrang bij het inchecken van de bagage alleen missen net de bus. 15 minuten later stappen we in de bus die ons naar de andere terminal brengt. Daar aangekomen verbaasd het ons niets dat we bij de laatste gate moeten zijn, 'gate closed' stond al op het bord! We trekken een sprintje, komen hijgend bij het vliegtuig aan en mogen gelukkig nog naar binnen.

Cairns

Na een vlucht van nog eens drie uur komen we eindelijk aan in Cairns, waar het regent en het blijkbaar al 2 weken achter elkaar doet. We pakken een shuttlebus naar de stad en gaan direct naar de tourist information, want we weten eigenlijk niet zo veel over Cairns en hoe zaken werken in Australië. Hier geven ze ons wat informatie over bezienswaardigheden, overnachtingen en duiken (we zijn tenslotte dichtbij het Great Barrier Reef). We vinden een backpackershostel en worden direct met de neus op de Australische prijzen gedrukt. €35,- voor een kamer met een bed, that's it. Dit is na Azië voor ons nogal een schok, daar vonden we €15,- het maximale. Tijdens een rondje door het hostel zien we allemaal backpackers in een openbare keuken zelf koken. Weer iets nieuws voor ons, maar na de prijzen van diverse restaurants gezien te hebben, begrijpen we het. Gelukkig hebben ze hier wel een deal met een restaurant waar je voor $5,- (€4,25) kan inclusief een drankje.

Ondanks de regen gaan we toch even de stad verkennen. We merken direct dat we weer in een westers land zitten. Wachten voor de stoplichten, parkeerautomaten, geen prijsonderhandelingen, schone straten etc. Kortom, alles is de komende weken weer even ‘normaal'.

De volgende de dag regent het nog steeds, en het ziet er naar uit dat hier voorlopig geen verandering in gaat komen. We besluiten, iets eerder dan gepland, op camperjacht te gaan. We willen namelijk met een camper van Cairns naar Brisbane rijden. Hier besteden we een groot deel van de dag aan en aan het einde van de dag hebben we een pareltje van een camper gevonden. 's Avonds eten we weer bij het restaurant met de ‘mealdeal' en maken het niet te laat want de volgende ochtend gaan we onze camper ophalen.

Port Douglas, The Daintree Rainforrest & the Mossman Gorge

Na een aantal formulieren te hebben ondertekend en een uitgebreide uitleg over de camper rijden we vol trots met onze camper weg. Het links rijden en met links schakelen is wel even wennen, maar gelukkig staan er overal borden met daarop 'keep left'. Eerst maar even boodschappen doen, want vanaf nu moeten we weer zelf koken. Vervolgens rijden we 70 km richting het noorden naar Port Douglas. Vanaf hier is het namelijk minder ver naar de mooie ‘outer reefs' van het Great Barrier Reef. Na een prachtige rit langs de kust komen we na 2 uur aan in Port Douglas. Bij het tourist information centre vragen we weer tips over duiken, de omgeving en overnachtingen. Het weer is de komende twee dagen nog niet goed voor duiken, dit besluiten we dus pas de dag erna te doen. Iets ten noorden van Port Douglas ligt het Daintree Rainforrest (volgens kenners de oudste van de wereld) en een mooie vallei, Mossman Gorge. Een mooi programma voor de komende 2 dagen dus. We vinden een hele relaxte backpackerscamping waar veel backpackers verblijven om te werken in de omgeving en veel campers verblijven tijdens hun reis langs de oostkust. Ook hier is weer een gezamenlijke keuken en eetruimte/café, wat erg gezellig is en nuttig om tips uit te wisselen.

De volgende dag rijden we naar het Daintree Rainforrest. Zodra we met de pont over zijn zitten we direct in het regenwoud, echt heel bijzonder. We hebben de afgelopen weken best veel bos en jungle gezien, maar dit is toch weer heel iets anders. Met een routekaart op schoot rijden we naar diverse, gratis, wandelroutes. Dit zijn een soort houten wandelpaden van ongeveer 2km lang en gaan dwars door het woud heen. Overal hoor en zie je vogels, vleermuizen, wandelende takken, spinnen etc. Maar waar we echt naar op zoek zijn is de Cassowary. Dit is een bedreigd diersoort die alleen in het noordoosten van Australië voor komt. Het is een soort vogel die niet kan vliegen en ongeveer 1,50 meter groot is. Er leven er nog rond de 2500 in een gebied zo groot als de helft van Nederland, dus het is niet zo gek dat we ze helaas niet kunnen vinden. Ook spannend is dat er langs het stranden overal borden staan dat we moeten oppassen voor krokodillen. Ook deze zien we helaas (of gelukkig) niet, maar we zijn op onze hoede.

Na een hele dag toeren door het regenwoud, met ook fantastische uitkijkpunten, besluiten om hier ook maar een camping te gaan zoeken. Het is namelijk niet echt aan te raden om met al deze dieren in het donker te gaan rijden. We vinden een gezellige camping met live muziek in het plaatsje Cape Tribulation.

's Ochtends staan we rustig op en rijden terug richting Port Douglas. Maar voordat we hier weer overnachten bezoeken de Mossman Gorge. Dit is ook een stuk regenwoud in een prachtige omgeving met daarbij een rivier waarin gezwommen kan worden. David springt er direct in en overtuigd ook Floor om even een baantje te zwemmen. Het water is erg koud, de stroming heftig maar de omgeving maakt het helemaal goed. Ook is hier een korte wandelroute die we natuurlijk lopen op zoek naar een Cassowary, maar weer tevergeefs.

The Great Barrier reef - Angicourt Reef

Na ons bezoek aan de Mossman Gorge gaan rijden we naar Port Douglas en slaan ons kamp op bij de camping waar we eerder hebben gekampeerd. Om kwart over acht worden we opgehaald om weer een wereldwonder, maar dan onder water, te gaan bewonderen; The Great Barrier Reef. De lucht is stralend blauw, dus wij zijn blij een top dag om het rif te bezoeken. We worden door een grote crew ontvangen op deze mega catamaran. Even lachen voor de foto 'it's going to be an AWSOME day!!' We merken al snel dat het hier een stuk beter is georganiseerd dan in Azië op een klein ‘roeibootje' met een motor. Op de catamaran krijgen we bij de eerste persoon die we tegenkomen, allemaal in te vullen formulieren, vervolgens onze flippers, bij de volgende onze snorkel en bril en bij de laatste onze wetsuit/anti-kwallen pak. Vanaf november tot en met april zit hier namelijk een dodelijk kwalletje aan de oostkust die zo groot is als een duimnagel. Eenmaal aan boord varen we met een noodvaart richting één van de meest afgelegen riffen op deze hoogte van de oostkust, Angicourt Reef.

We doen die dag drie fantastische duiken op drie verschillende plekken van dit rif. Veel vergelijkingsmateriaal hebben we niet, maar begrijpen waarom dit een wereldwonder is. Het immense rif zit vol met prachtig koraal en er omheen zwemmen honderden verschillende soorten vissen. Na deze indrukwekkende dag genieten we 's avonds rustig na op de camping.

On the Road

De volgende dag begint onze roadtrip dan echt, we zetten koers richting het zuiden. We rijden via een stukje binnenland door de Tableland Highlands. Dit is een prachtig heuvellandschap. Bij de vvv vragen we naar de hoogtepunten deze omgeving. Ook vragen we of er in deze regio ook inheemse dieren leven. Ze verwijzen ons naar een golfbaan waar veel kangoeroes leven. Dit willen we uiteraard niet missen. We lopen illegaal de golfbaan op een inderdaad, tientallen kangoeroes. Die kunnen we in ieder geval van ons lijstje vinken. Na vijf minuten worden door een aantal golfers vriendelijk doch dringend verzocht om de golfbaan te verlaten aangezien zij willen afslaan.

Naast het prachtige landschap bezoeken we nog een grote vijgenboom en een aantal mooie watervallen. We gaan deze dag niet op zoek naar een camping, maar naar een rustplaats langs de weg die je overal schijnt te hebben. Dit zijn parkeerplaatsen met een toilet en vaak een BBQ die zijn bedoelt om even rust te pakken als je lang op de weg zit. Hier mag je ook legaal mag kamperen. We hebben van veel mensen hier over gehoord, maar vinden het nog best spannend.

Na een prima nacht te hebben geslapen, ondanks dat we langs de snelweg sliepen, rijden we verder naar Etty Bay. Dit is een klein dorp in een baai waar 's ochtends de cassowaries op strand komen eten. Als wij daar aankomen zijn we te laat, de vogels zijn alweer weg. Maar de plek is verder prachtig. Wat ook gunstig uitkomt is dat ze hier ook een toiletgebouw met douche hebben. Dit kwam als geroepen aangezien de parkeerplaats niet zó luxe was.

Skydiven!!

Gedoucht en wel rijden we verder naar ons doel van de dag; Mission Beach. Mission Beach staat bekend om de relaxte sfeer, mooie stranden en skydiven (parachute springen). David is met name geïnteresseerd in de eerste twee, Floor in de laatste. Zoals in elke plaats rijden we direct naar de vvv om informatie in te winnen over de omgeving en campings. Er zijn een aantal mooie wandelingen door het regenwoud en twee gemeente campings aan het strand. Ook hebben ze hier alle informatie over het skydiven. Floor boekt een sprong voor de volgende dag, spannend! Na een wandeling in de omgeving te hebben gedaan parkeren we onze camper op een camping aan het strand, bijna op het strand. Het uitzicht is prachtig en de camping heeft maar 8 plaatsen, dus we hebben het strand bijna voor ons alleen.

Als we 's ochtends wakker worden is het enige wat we zien een palmboom, een leeg strand, zee en strakblauwe lucht. Kan het nog mooier....?

We zijn allebei een beetje zenuwachtig. Floor voor het skydiven en David omdat Floor gaat springen uit een vliegtuig van 4200 meter!! Na een paar keer heen en weer lopen over het strand is het dan zo ver. We moeten wel even wachten voor dat Floor haar training krijgt en uiteindelijk komt er een instructeur naar Floor toe 'Hi Floor, I am Steve. Are you ready to jump out of a plane?'

Na deze geruststellende introductie wordt Floor in haar veiligheidsgordels gehesen en vertrekt in een bus naar het iets verder gelegen vliegveld. Van te voren heeft David gevraagd wat voor een kleur hun parachute heeft en als hoeveelste ze zullen springen. Steve wist de kleur het niet zeker, maar weet wel dat ze als eerste zullen springen. Na drie kwartier ziet David de eerste personen ‘vallen', en uiteindelijk gaat gelukkig de parachute open. David's hart gaat weer iets rustiger kloppen.

Na een minuut of 10 staat Floor weer met beide benen op de grond en is door het dolle heen, ‘Wat was dit fantastisch, maar tegelijkertijd ook doodeng'. De rest van de middag en avond hebben we rustig aangedaan, nagenoten van dé sprong en gegeten van verse krab die een paar jongens aan het bereiden waren.

Wilde Koala op Magnetic Island

Na een lekker ontbijt stappen we in de camper om een stevig stuk te rijden richting Townsville. We stoppen voor lunch in een natuurpark met een waterhole. Dit zijn natuurlijke zwembaden gevuld door water vanuit de bergen waarvan ze er in elk natuurpark (en dat zijn er veel) wel één hebben. Na deze verkoeling rijden we verder. Eenmaal in Townsville winnen we informatie in over Magnetic Island. Dit is een prachtig eiland vlak voor de kust met de grootste populatie koala's in Australië. Om wat geld te besparen overnachten we weer op een parkeerplaats vlakbij Townsville.

's Ochtends staan we vroeg op, parkeren de camper en pakken de ferry te naar Magnetic Island. Er zijn talloze wandelingen op het eiland, wij kiezen er één uit waar de meeste koala's worden gespot. Na 20 minuten zien we twee mensen op het pad omhoog kijken, een koala!!

Weer een dier die we van ons lijstje kunnen afvinken. Na de wandeling zoeken we het strand op. Aan het einde van de middag bezoeken we nog een plaatsje op het eiland waar je rock walibi's kan zien en voeren.

Na een prachtige zonsondergang terug op de boot, we besluiten nog een stuk door te rijden richting Airlie Beach, dan hoeven we de volgende dag niet meer zo ver. We overnachten weer langs de weg.

Stappen in Airlie Beach

Volgende ochtend opgestaan. Hoe we het ook doen we zijn altijd als laatste weg van de parkeerplaats! Lekker sloom dus! We zijn doorgereden naar Airlie Beach en willen een tour boeken. De keuze is reuze, voor de tours op een zeiljacht. Na veel wikken en wegen besluiten we op een catamaran 2 nachten en 2 dagen te zeilen rond de Whitsunday Islands, met de mogelijkheid om te snorken en duiken. We lezen in de Lonely Planet dat je moet gaan stappen in Airlie Beach, dus dat doen we dan ook. Een van de weinige bars die we in de afgelopen weken bezoeken. Het stappen valt een beetje tegen en de gemiddelde leeftijd ook! Pff wat is iedereen lekker jong tussen de 18 en 21 jaar. We hopen dat de boot die we de volgende 2 dagen hebben niet alleen jonkies aan boord heeft. We gaan voor onze doen laat naar bed, 1.30 uur. We hebben een ander ritme.

2 dagen zeilen rond de Whitsunday Islands

De volgende ochtend staat Floor vroeg op om te skypen en daarna wederom rustig aan ontbijten bij de camper. Daarna uitchecken en nog wat internetten, relaxed. Tot dat we gebeld worden waarom we nog niet ingecheckt hebben. Het is 10.30 dus wij dachten dat we alle tijd hadden de boot vertrok toch pas om 1 uur. Maar niet dus de boot vertrekt al over een uur!! Stress. Snel ingecheckt, spullen gepakt, geld gepind, auto gestald, bier en wijn gekocht want het is op de boot BYO (bring your own) alcohol wat heel gebruikelijk is in Australië. Toen snel naar de haven gegaan. Hier werden we ontvangen door Richie onze host en tevens duikinstructeur. Een mega enthousiaste man, hier werden meteen vrolijk van! Na weer een aantal formulieren ingevuld te hebben konden we aan boord. Na een uitgebreide uitleg over de boot gingen we eindelijk varen. Eenmaal op het water werden we naar de slaapkamers gebracht. We deelden een kamer met 8 anderen en wij hadden enorm tweepersoonsbed. Bij het gevoel van de golven werd David meteen zeeziek, dat begon goed! Het waaide flink en we moesten een groot stuk afleggen naar de Whitsunday Islands. Na een paar uur overleven kwam de boot in rustiger water en konden we eindelijk gaan genieten van de eilanden om ons heen. Op het dek kregen we uitleg over het duiken en snorkelen van de komende dagen en er kwam ook nog een klein zonnetje om de hoek kijken. De eerste bestemming: Whitehaven Beach, we worden met een klein bootje aan land gezet en moeten nog een stukje lopen naar het uitkijkpunt. WOW wat waanzinnig mooi! Het stand met de lagune zijn prachtig met het witte zand en de blauwe zee. Het zand is het witste zand dat wij ooit hebben gezien. Na het uitkijkpunt dalen we af naar het strand, van dichtbij is het zand nog witter en heel zacht. We lopen de lagune in waar grote roggen en kleine haaien kan zien zwemmen. We wandelen terug naar de boot waar de borrelhapjes al klaar stonden. De groep blijkt rustig maar erg gezellig, we zitten met 18 man op de boot met 10 nationaliteiten. Dan is het tijd voor het diner, na het diner krijgen van van Richie een 'les' over welke vissen/dieren/koralen we de komende dagen tegen zullen komen. Heel leuk, daarna volgen de foto's die die dag van ons genomen zijn. Na dit hebben we nog wat gekletst en ging iedereen vrij vroeg naar bed.

Om 7 uur worden we gewekt, we klimmen uit bed want het ontbijt staat klaar. Onder het genot van een kopje thee zien we zeeschildpadden naast de boot boven komen om adem te halen! Na het ontbijt is het tijd om te duiken. We zijn aangekomen op de volgende bestemming, snel hijsen we ons in de wetsuits en duikuitrusting. Met het kleine bootje worden we afgezet bij het rif. Duiken was weer zo'n mooie ervaring en er was zo veel te zien. Helaas met het duiken niet de beloofde zeeschildpad gezien. Na de duik drinken we koffie aan boord en worden weer een beetje warm, maar gaan ook weer snel het water in om te snorkelen! Leuk en ook op deze manier zie je heel veel van de onderwaterwereld. Na de lunch gaan we door naar een volgende baai. We besluiten niet meer te duiken maar te gaan snorkelen, het geld gaat anders wel heel hard! David ziet nu een haai van twee meter van vlakbij, Floor ziet een schildpad en naast veel kleine vissen zien we ook een aantal super grote vissen, toch wel een beetje spannend.

Aan boord volgt het zelfde avond ritueel: borrel, diner, Richie die entertaint door foto's en filmpjes van de dag te laten zien. Tot we geroepen worden, er zwemmen een aantal dolfijnen rond de boot. Het is erg gezellig, maar het wordt niet laat.

Om 6:30 werden we gewekt door het anker, we zijn inmiddels verplaatst naar de laatste baai waar we nog kunnen snorkelen. Eindelijk ziet David nu ook een zeeschildpad, waar hij al zo lang op heeft gewacht. En dan zeilen we met volle zeilen terug naar Airlie Beach. Dit kost een aantal uur, maar zo heerlijk. Op het dek in de zon en in de wind genieten we van de laatste uren van deze heerlijke tocht.

Platypussen kijken in Eungella National Park

We halen de camper op en rijden verder naar Eungella National Park. Hier schijnen we de Platypus (ook wel vogelbekdier) te kunnen zien. We rijden naar een Bushcamp van een vreemde man Wazza te gaan. Hij heeft alles op het terrein eigenhandig gemaakt, het is een beetje een rommeltje. We wandelen wat in de omgeving en zitten om 17:00 uur aan de platypus swimmingpool waar de platypus zich zal laten zien. En inderdaad zien we hele kleine beestjes naar boven komen en dan weer naar beneden duiken. Ze zijn een stuk kleiner dan we dachten. We koken bij de camper en als het tijd is om naar bed te gaan lopen we samen naar het toilet. Er is geen licht dus David moet een beetje bijschijnen. Als Floor de klep open trekt van het 1e toilet zit er tot haar schrik een enorme boomkikker in! Snel de klep dicht en naar de volgende, deze was verstopt. Ook niet prettig, dus de laatste maar. Bij de deur van het toilet zat een rode/bruine slang niet zo groot maar wel eng!!! Floor heeft zich toch langs de slang gewurmt en gaat zo snel als ze kan naar het toilet. 's Nachts naar het toilet, dat deden we als het moest wel naast de camper!

Als we opstaan staat ons wel een leuke verrassing te wachten de warme douches zijn niet meer dan een houten schot en verder sta je in het regenwoud te douchen. We bezoeken nog een plek in het National Park Broken River, een prachtige route met de auto en we zien hier weer een platypus en schildpadden. We doen een wandeling van een uurtje door het regenwoud, waarbij David 2 keer wordt aangevallen door bloedzuigers, en stappen dan de auto in. Er staat ons een route van 400 km te wachten naar Rockhampton. De weg blijkt lang en saai, veel suikerriet (cane) en veel vlaktes met koeien. Rechte wegen met bijna geen verkeer. De borden langs de wegen wijzen ons erop dat we vooral spelletjes moeten doen in de auto en als we moe zijn dat we moeten stoppen. We overnachten weer op een rustplek langs de weg en gooien wat hamburgers op de openbare BBQ. We zijn lekker opgeschoten en om dat te vieren trakteren we onszelf op een drankje in het lokale café.

Surfles in Agnes Water

We brengen een bezoek aan de Capricorn Caves een paar kilometer verderop van de plek waar we overnacht hebben. Het commentaar in de Lonely Planet is veel belovend, maar na het bezoek meten we bekennen dat de mergelgrotten in Limburg een stuk interessanter zijn. Maar goed wel een leuk uitstapje, daarna zijn we door gereden naar de town of 1770 waar schijnbaar de stichter van Australië Captain Cook aan land is gekomen in 1770. We vergissen ons enorm in de afstand en in plaats van 2 uur zitten we zo een halve dag in de auto! Maar eenmaal aangekomen rijden we langs de vvv voor een kampeerplek. Ze hadden wel een leuke bushcamp voor 5$ p.p. aan het strand. Dat leek ons wel wat er was geen douche, maar wat geeft dat. We parkeren de camper en lopen via een kronkelig pad naar het strand, weer zo'n mooi plekje! En een geweldig uitzicht!

Die morgen worden we niet gewekt door de wekker, maar door de ranger die op het raam klopte, of we even konden betalen. Om 6:45!!! We worden langzaam wakker, vandaag doen we een surfles. 3 uur surfen, we konden ons er niets bij voorstellen. Nog voor we in het water lagen begon het heel hard te regen. Na een paar instructies op het droge is het tijd voor het echte werk. Veel water realiseerde we ons, veel water in je gezicht. Het is erg moeilijk en ook heel erg vermoeiend. Het lukt ons beide 2 keer om op te staan, we zijn geen talenten. Maar het was wel heel leuk! De regen blijft een beetje hangen en we gaan een beetje internetten en boodschappen doen. Als het wat opklaart rijden we naar 1770, we vinden een camping waar we alles weer op kunnen laden, we kunnen douchen en de was kunnen doen. Dit alles is eens in de zoveel dagen toch echt een keer nodig. Als de was er in zit rijden we nog even naar de haven op de genieten van het zoveelste prachtige zonsondergang. Van de zee krijg je nooit genoeg!

Kamperen in Rainbow beach

Aangezien we over 1,5 week in Brisbane moeten zijn voor onze vlucht richting Alice Springs nemen we even de route door en maken een lijstje met dingen die we nog graag willen zien. De volgende bestemming is Fraser Island, één van de hoogtepunten aan de oostkust. Deze kan je via Hervey Bay en Rainbow Beach bereiken. Rainbow Beach schijnt erg mooi te zijn en willen we ook bezoeken. We rijden naar Hervey Bay om te informeren wat het beste is. Het blijkt dat er genoeg tours vanuit Rainbow Beach vertrekken dus rijden we door. We overnachten vlakbij Rainbow Beach in het plaatsje Tin Can Bay. Hier kan je 's ochtends dolfijnen voeren. Vanaf onze camping is het een paar 100 meter lopen naar de haven, waar de dolfijnen blijkbaar elke ochtend tussen 7.00 en 9.00 komen. Als we bij de haven aankomen blijkt het toch allemaal iets minder idyllisch dan verwacht. Twee dolfijnen liggen te wachten in laag water tot zo om 8 uur precies gevoerd mogen worden. Om hun heen op nog geen meter afstand staan 30 mensen in het water te kijken. Een aantal medewerkers lopen rond om scherp toezicht te houden. Ze weten alles over de dolfijnen en deze zijn eigenlijk dus gewoon tam gemaakt. We houden het snel voor gezien en lopen in de stromende regen terug.

Even verderop ligt Rainbow Beach waar we een 2 daagse tour boeken naar Fraser Island. Fraser Island is maar 10 minuten met de pont over, er is een natuurpark en een prachtige kustlijn met ideale surfomstandigheden. Na het boeken van onze tour moeten we naar het kantoor van het natuurpark voor ‘kaartjes' om te overnachten op één van de bushcamps in het natuurpark. Het is inmiddels opgeklaard en we besluiten om de zandverstuiving te bezoeken die tussen het bos over de jaren is ontstaan. Na een korte wandeling komen we op een immense zandvlakte.

Vanaf hier kan je de prachtige kustlijn bewonderen terwijl je ongeveer 100 meter boven de zee staat. Echt fantastisch! Hierna gaan we een plekje zoeken op één van de campings.

Aan de kust zijn er vier naast elkaar, maar voor twee heb je een 4-weel drive auto nodig om erop te komen. Dit stuk van Rainbow Beach bestaat namelijk vooral uit zand. We parkeren de camper op een mooie plek op één van de andere campings. 's Avonds wordt het vrij koud dus kruipen we vroeg onder de wol om de volgende dag naar Fraser Island te gaan.

Fraser Island

In een 4 weel drive bus gaan we over het eiland. Er zijn geen wegen dus met onze camper kunnen en mogen we hier niet komen. In twee dagen Fraser Island zien we zo veel moois, de natuur is er prachtig. We hebben wat foto's toegevoegd. Deze dekken de lading wel! Dus we zullen hier niet een heel verhaal over schrijven!

Liefs David en Floor

Wonderlijk Cambodja en relaxen in Thailand

Lieve allemaal!

Daar zijn we weer met een lang verslag over de afgelopen weken in Cambodja samen met Gijs en Sandra en een week Thailand. Momenteel zijn we in Australië, we hebben een camper gehuurd en zijn nu bezig met een road-trip langs de oostkust. De prijzen in Australië zijn omgerekend naar euro's zijn enorm duur!! Zeker na het goedkope Azië, we moeten er nog erg aan wennen!

We lieten jullie thuisblijvers de vorige keer achter dat we Gijs en Sandra die middag zouden ontmoeten.

Nadat we een bezoek hadden gebracht aan de Russian Market (waar werkelijk alles verkocht werd) gingen we met onze 'privé' tuktuk driver Ben naar het Chique Raffles. De man wist niet wat hem over kwam toen hij zijn tuktuk voor de deur mocht parkeren bij het mooiste en duurste hotel van de stad! Met een arrogant knikje naar collega's en een grijns van oor tot oor!

We troffen Gijs en Sandra aan bij het zwembad. Ziij verbleven een paar nachten in het hotel en wij natuurlijk lekker goedkoop in een guesthouse, verschil moet er zijn. Leuk om hun weer te zien, lekker bijkletsen in een 5 sterren hotel met een biertje in het zwembad. Het kan slechter! Even de plannen voor de reis door Cambodja besproken, we gaan namelijk met z'n vieren door Cambodja reizen. We besluiten dat we na Phnom Penh door zullen reizen naar Kratie, Siem Reap en Battambang en mogelijk zouden wij dan doorreizen naar Sihanoukville.

Eerst Phnom Penh, we doen een wandeling door de stad uit de Lonely Planet. Leuk om te voet een stad te ontdekken, er is genoeg te zien en aan de hand van de wandeling liepen we dan ook langs de Highlights van de stad. We bezoeken een grote markt, een kunstenaarswijk met naar onze smaak weinig kunst, we lunchen in een tentje die eigenlijk gesloten was. Maar het aanbod van 4 toeristen die willen komen eten kunnen ze niet weerstaan, een prive lunch dus! Na de lunch gaan we naar het Royal palace en de silver pagoda. De meest indrukwekkende verzameling gebouwen in de stad en moeilijk te missen want het complex ligt aan de grote boulevard aan de Tonlesap rivier. Na een middag cultuur trakteren we onszelf op cocktails en een potje pool. Dit als voorbereiding op de volgende dag, dan duiken we de gruwelijke geschiedenis van Cambodja in. De burgeroorlog en het schikbewind van Pol Pot zijn nog maar zo kort geleden dat het iets is waar je stil bij moet staan. We hebben een dealtje gesloten met de tuktuk driver Ben voor de hele dag, hij bestempelde het meteen als een LUCKY-DAY want hij had een hele dag werk. We reden 's ochtends naar het Toul Sleng Museum. Het 'museum' is een schoolgebouw die tijdens de Khmer rouge tijd omgebouwd werd tot gevangenis S21 en verhoorruimte voor leraren, monniken, geleerden, mensen in de politiek of gewoon mensen die ze verdachten. Vreselijke beelden en duizenden gezichten die je aanstaren tijdens het bezoek, zij hebben allemaal hun einde gevonden op één van de killing fields of zijn verdwenen wat ongeveer het zelfde betekende. Met de beelden in ons hoofd rijden we 15 km naar de Choeung Ek Killing Fields één van de duizenden in Cambodja. Plekken waar verdachten/veroordeelden werden vermoord met allerlei attributen om kogels te sparen, om misselijk van te worden. Na de lunch gingen we naar binnen en doormiddel van een beeldende audiotour werden we over het terrein geleid. De verhalen werden ook benadrukt door de resten van de massagraven, de botfragmenten en tanden die tussen het zand naar boven kwamen op het pad waar we op liepen. Dat is wat je noemt met je neus op de feiten. Niemand werd gespaard mannen, vrouwen, kinderen en zelfs baby's. Met tranen in onze ogen lopen we hier rond, dat zo kort geleden de Cambodjanen zo bang zijn geweest dat ze zelfs hun eigen volk zijn gaan uitmoorden. Pffff we proberen de dag van ons af te schudden en gaan na deze confronterende dag zwemmen bij het hotel van Gijs en Sandra.

Op naar iets leukers, met de bus reizen we met z'n vieren van Phnom Penh de volgende dag naar Kratie. Als we aan het eind van de middag aankomen is heet nog steeds bloed heet en er is geen zuchtje wind. We vinden een hotel met zicht op de Mekong rivier. De rest van de middag doen we niet veel meer dan genieten van de zonsondergang met, hoe kan het ook anders, een verfrissend biertje. We regelen een tuktuk mannetje die ons de volgende dag mee zou nemen. Bij de borrel en het diner horen we over een concert dat net buiten het dorp plaats vindt. Daar gaan we naar toe! Op een festivalterrein met keiharde muziek (lees: Cambodjaanse popmuziek) is de hele stad uitgelopen om al zittend te genieten van de muziek met een biertje. Een hele happening, maar wel een beetje anders dan we in Nederland gewend zijn, er werd na een optreden niet geklapt laat staan dat er gedanst of meegezongen werd.

In de ochtend gaan we eerst met een bootje naar het eiland dat voor Kratie in de Mekong ligt. Daar huren we fietsen en rijden een rondje om het eiland. We zijn een van de weinige toeristen dus we worden overal vrolijk begroet. Terug in Kratie gaan we lunchen en na de lunch springen we in de tuktuk van Hai, hij heeft een koelbox met koude drankjes bij zich. We rijden door kleine dorpjes over het platteland, een mooie tocht en ook hier worden we van alle kanten vrolijk begroet door lokale kinderen. Cambodja is gelukkig nog niet zo ingespeeld op het toerisme en de mensen zijn ook niet zo bezig om heel veel geld te verdienen. Heerlijk, de mensen zijn behulpzaam en vriendelijk! We gaan langs bij een tempel waar we vele trappen moeten beklimmen (waarom maken ze die tempels eigenlijk altijd op de top van een berg ?!?!?) en hierna rijden we door naar de stroomversnelling in de Mekong. Een plek waar Cambodjanen zelf graag naar toe gaan om af te koelen en samen te eten. Houten hutjes op palen staan midden in de stroomversnelling. We nemen een duik in het water en hangen een beetje in de hangmat. Gijs en David laten zich een aantal keer door de stroming meevoeren. Dan gaan we naar een andere plek waar we in een bootje stappen om bij de zonsondergang naar de Irawady dolfijnen te gaan kijken. Een bijzonder soort dolfijn die nog maar weinig voorkomt. Zonder motor peddelt het bootje tot we verschillende dolfijnen boven water zien komen. Na een uur is de zon onder en lijken de dolfijnen het ook voor gezien te houden, dus gaan we terug naar Kratie. Voor de volgende dag regelen we een minibus die ons in 8 uur (met één keer overstappen) naar Siem Reap zou brengen. Dat zou veel sneller zijn als de gewone bus, dus wel iets duurder.

We werden al vroeg opgehaald, snel het ontbijt naar binnen gewerkt en we konden gaan. We stappen in, het busje rijdt weg en stopt 3 meter verder bij een ander hotel waar een oude Amerikaanse vrouw instapt. De vrouw staat er op dat ze voorin mag en voor de veiligheid had ze een spray bij zich om alle ramen aan de binnen en buitenkant schoon te maken. Dit alles levert meteen al vertraging op! Volgende stop is de markt, hier worden naast ons vieren, de oude vrouw en de chauffeur nog 18 andere mensen in de bus gepropt. We dachten dat dat niet kon in een bus die in Nederland door maximaal 12 mensen gebruikt wordt. Lekker knus dus. De bus rijdt snel, maar al snel wordt duidelijk dat we de aansluiting niet zullen halen (als die er al zou zijn..). We worden bij een wegrestaurant gedropt , over een uur zou er wel een bus gaan. Uiteindelijk hebben we 3 uur zitten wachten op een bus die ook nog kapot bleek. De reis heeft ons 13 uur gekost toen we Siem Reap binnen reden, dat was het extra geld wel waard!?! Snel maar douchen en iets eten in het hotel en we hebben ons getrakteerd op een uitgebreid drankje in Pub-Street, de uitgaansstraat van de stad.

Ankor Wat

De volgende dagen besteden we aan het wereldberoemde tempelcomplexen waaronder de indrukwekkende Ankor Wat. We hebben voor 2,5 dag een tuktuk geregeld en een route uitgestippeld langs de verschillende tempels die we willen bezoeken. Dag 1 bezoeken we 7 kleinere tempels en de tweede dag Angkor Wat, de tempels van Bayon en een tempel die helemaal overgroeid is door bomen. Het klinkt wat veel, maar het was echt prachtig. De eerste avond eten we Cambjaanse bbq. Dit is meer een soort gourmetten, maar een andere schotel dan in de nederlandse supermarkten. Er staat namelijk krokodil, slang, kangoeroe & struisvogel op het menu. De kangoeroe en struisvogel waren prima, maar van de slang en de krokodil worden we niet erg enthousiast. De 2e avond gaan we naar het Raffles Grand Hotel d'Angkor voor een avond met lekker eten en een traditionele dansshow. Erg leuk en lekker eten! Na het eten op tijd naar bed want de volgende dag gaan we naar de zonsopgang bij Angkor Wat. Samen met duizenden andere toeristen, het is iets wat je gezien moet hebben! Ondanks dat de zon achter een wolk verscholen bleef was dit erg indrukwekkend. Floor was ziek dus is na het bezoek weer terug in bed gegaan. David, Sandra en Gijs gaan ontbijten en daarna naar een markt. Dan is het tijd om de tassen in te pakken en naar het Raffles Grand Hotel d'Angkor te gaan. Dit is het verjaardagscadeau van Sandra en Gijs voor Davids 30e verjaardag. Weliswaar een paar dagen te vroeg, maar op Davids verjaardag scheiden onze wegen dus zij vonden het een goed moment om hem de overnachting in dit 5 sterren hotel cadeau te doen! De rest van de middag verlaten we het hotel niet. Eerst lekker lunchen, dan zwemmen, de jongens gaan tennissen, daarna een biertje bij het zwembad, in de sauna en jacuzzi. We voelde ons zo verwend! Terug in de kamer vinden we een echte verjaardagstaart met kaarsje op tafel met de tekst 'Happy Birthday Mr David', wat leuk! Nu was het een echte verjaardag! Met een biertje eten we de taart nadat David het kaarsje heeft uitgeblazen.

Op naar de laatste bestemming van Cambodja, Battambang. We besluiten (mede door het onontwikkelde openbaar vervoer in Cambodja) niet meer door te reizen naar Sihanoukville maar direct naar Thailand te gaan. Als we Battambang binnen rijden rennen aan aantal tuktuk drivers achter de bus aan. Als we uitstappen worden we belaagd, iedereen wil ons wel gratis naar ons hotel brengen. Een man stap op Gijs af en roept 'but you saw me first', met andere woorden dat het niet meer dan logisch was dat we dan met hem mee zouden gaan. Toen bleek dat hij zijn tuktuk had omgebouwd tot batmobile (met logo en blauwe lampjes aan de onderkant) waren we overstag. Hij stelde zich voor als Mr. Blue en daar gingen we, met 4 personen en 4 backpacks en losse rugzakken in een Tuktuk, wederom lekker knus. Natuurlijk is gratis nooit voor niets dus bij het hotel hebben we meteen een dealtje met hem gemaakt om de volgende dag de omgeving te bezoeken. Hij belooft ook dat we aan het eind van de dag miljoenen vleermuizen zullen zien, we zijn benieuwd. Nadat we in hebben gecheckt gaan we de stad verkennen en een biertje te drinken. Hierna gaan we op zoek naar een restaurant. Op het moment dat we in het restaurant zitten trekt David opeens wit weg en rent naar de wc, einde avond voor David. Floor gaat samen met Gijs en Sandra een lekker hapje eten.

De volgende dag worden na het ontbijt netjes opgewacht door mr. Blue met zijn batmobile. David heeft een zware nacht gehad, maar voelt zich goed genoeg om mee te gaan. De dag ervoor heeft mr. Blue ons ook verteld over dat je in Battambang vissen kunt kopen die tegen elkaar vechten. We snappen het doel niet echt, maar kopen toch per stel een visje en laten deze achter bij het hotel om ze 's avonds de ring in te sturen.

De eerste stop van onze tour is de bamboe trein. Dit is een soort bamboe vlot op wielen die als een dolle over een rails rijdt. De route gaat over 15 km. door het platteland met rijstvelden. Er is echter maar één rails en er komen ‘treinen' van beide kanten. Na een paar minuten worden ook wij hiermee geconfronteerd. De spoorregel hier is dat de bamboetrein met de minste mensen moet wijken voor zijn tegenliggers, tenzij er ook een brommer o.i.d mee is. We zien al gauw dat onze tegenliggers met veel meer zijn dan wij dus we stappen af. Gijs helpt onze machinist met het demonteren van onze trein. Na nog een paar tegenliggers kunnen we weer verder tot het station. Hier drinken we wat en rijden na een kwartiertje weer terug. Echt een superleuke ervaring.

Onze tocht gaat verder via een tempel waarvan men zegt dat Angkor Wat hierop gebaseerd is en daarna een heerlijke lunch. Na de lunch gaan we verder naar een killing cave. Dit is een grot die door de Rode Khmer tijdens de oorlog werd gebruikt om volwassenen en kinderen te vermoorden. Hier blijven we niet al te lang aangezien we ons portie wel gehad hebben na de killing fields in Phnom Penh. In de buurt van deze grot zit ook de beloofde vleermuizengrot van mr. Blue. We moeten een half uur wachten en dan komen ze volgens hem. En inderdaad, Mr. Blue heeft niet gelogen. Als het begint te schemeren komt er een zwerm van miljoenen vleermuizen uitvliegen, dit hadden we niet verwacht en blijven met open mond staan kijken. Na 20 minuten zijn nog steeds niet alle vleermuizen uitgevlogen, maar wij besluiten om terug te gaan naar het hotel.

Terug in het hotel even douchen en dan kijken naar de fighting fish, met de vissen onder de arm lopen we een restaurant binnen. We gooien de twee vissen bij elkaar, maar er gebeurde weinig. Onze vis was alleen bang en zwom weg van de vis van Gijs en Sandra, wat een telleurstelling! Na een drankje zijn we bij het chicste restaurant (10-15 euro voor een hoofdgerecht) van Battambang gaan eten. Daarna wilde we nog een drankje, want David was om 00:00 echt jarig. De eigenaar van de bar was ook de eigenaar van het restaurant waar we eerder waren. Hij beloofde ons een verjaardagscocktail. Nou die hebben we gekregen: een formaat vissenkom werd gevuld met een soort fruitrum en gemixt fruit. Heel smerig. Natuurlijk om 00:00 uur uit volle borst Happy Birthday gezongen! Uit beleefdheid hebben we er met z'n vieren van gedronken, maar omdat we s 'ochtends zo vroeg op moesten konden we dit niet opdrinken. We hebben uiteindelijk de drank kunnen slijten aan een andere backpacker.

De volgende morgen om 5 uur (dus 00:00 Nederlandse tijd) geskyped met Davids ouders en daarna spullen gepakt en naar de bus. De bus naar het eiland Ko Chang zou er ongeveer 8 uur over doen incl grensovergang naar Thailand. Om 6 uur worden we gedropt bij de bushalte. Toen begon het grote wachten...

7:15 vertrok de bus eindelijk.

Om 8:00 stopte we met problemen met de motor

9:00 stopten we weer, zonder duidelijke reden.

Om 10:30 waren we bij de grens. Na een voorspoedige grensovergang kwamen we om 11:00 uur bij het kantoor van de bus maatschappij die ons naar Ko Chang zo brengen. Na een uur toch maar vragen hoe lang het zou gaan duren voor de bus ging. De bus bleek tussen 1 en 3 te gaan. 'no worries you will get on to the last ferry at 19:00'. WÁÁÁÁÁÁT dat betekende dus dat we pas om 8 uur op Ko Chang zou den zijn. Zo stomme besteding van je 30e verjaardag! We besluiten de verjaardag maar een dagje uit te stellen. Inderdaad kwamen we pas om 20:30 aan bij het hotel dat we nog snel in de haven geboekt hadden. Het was inmiddels donker dus we hadden geen zin meer om iets zelf te zoeken. De dure kamer valt qua uiterlijk wel wat tegen en toen we 's avonds na het eten en een drankje naar bed gingen bleek de kamer nog meer verrassingen te hebben. De hele avond zijn we geplaagd door een troep ratten die in ons plafond woonde, wat een kabaal en af en toe leek het of ze met dak en al naar beneden zouden komen. Floor durft ook te zweren dat ze een rat heeft gezien in de kamer. Na een dag met weinig slaap vluchten we het hotel uit! We vinden een rustige schone bungalow aan de zee, veel beter. Vandaag vieren we Davids verjaardag, we liggen op het strand en gaan 's avonds heerlijk uiteten!!

De daaropvolgende dagen doen we veel leuke dingen; we gaan een dag duiken, huren een scooter en rijden rond op het eiland en gaan per Kayak door de mangroves, we doen in de stromende regen een jungle tocht (we zien Hornbills, vogel- en bananenspinnen, een vliegende kameleon en een slangetje en zwemmen in een waterval) en liggen twee dagen op het strand. Ko Chang is een heerlijk eiland waar overdag genoeg te doen is en 's avonds we gezellige tentjes hebben om Thais te eten en drinken. We verblijven op Lonely beach een backpackers paradijs.

We reizen na 6 dagen relaxen verder naar Bangkok, waar die avond het Songkran los zal barsten, het Thaise nieuwjaar. We weten dat er veel met water gegooid zal worden. Maar wat je echt kan verwachten.... Per minibus worden we midden in het backpackersgebied Koa San road afgezet. We wandelen richting een straatje met hostels. Daar aangekomen zien we een groot waterballet. Iedereen loopt met emmers water en waterpistolen. We lopen een hotel binnen en besluiten deze meteen maar te nemen, het risico om met al je spullen op straat te lopen durven we niet meer aan. We gaan lunchen, de route naar het restaurant heeft als resultaat dat we beiden al vrij nat gegooid zijn. Daarom kopen we ook maar een waterpistool, we moeten ons wel verdedigen! 's Avonds na een ceremonie, waarbij de Thaise prinses aanwezig was, barst het feest los. Binnen no time zijn we doorweekt en onder gesmeerd met een soort witte klei! Wow wat een happening! Dit feest duurt 4 dagen waarvan we er drie meemaken. We willen ook een dag cultureel doen, we wandelen een dag door de Chinese buurt en gaan weer een poging wagen om het paleis te bezoeken (2 jaar geleden hebben we dit ook al gemist ), maar door de grote aantallen mensen den door on ze natte en incorrecte kleding hebben we het alsnog weer niet gezien. De we besluiten ons weer in de feestende massa te begeven. Weer zijn we binnen 5 minuten doorweekt en besmeerd met de witte klei, beide om het nieuwe jaar in te luiden en je veel geluk te wensen. Tijdens deze feest dagen wassen ze de boeddha's door eer water overheen te gieten. Het is een heel lief en gek feest en iedereen is vrolijk. Ondanks het natte pak zijn we alleen maar heel blij

Na dit feest is het eerste deel van onze reis afgesloten. De volgende dag nemen we namelijk afscheid van Azië en vliegen we naar Cairns, Australië. Met pijn in ons hart nemen we afscheid, maar zijn benieuwd wat de rest van de reis ons zal brengen.

Genoeg getypt nu: Australië bespreken we in ons volgende verhaal, anders wordt het veel te lang!

Als iemand nog tips heeft over onze route van Cairns tot Brisbane en Sydney en Alice Springs horen we dat natuurlijk heel graag!

Liefs van Down Under!

Er staan al een aantal foto's online, maar we proberen er morgen meer toe te voegen!

Dáááág Vietnam, Hallo Cambodja

Zoals gezegd hebben we in Mui Ne drie dagen, bijna, helemaal niets gedaan. Gewoon een boekje mee naar het strand, genoten van de heftige golven en de honderden kitesurfers bewonderd. Mui Ne staat bekend om visgerechten waar we uitgebreid van hebben genoten. Aan zee kreeft eten voor slechts €5,-, dat slaan we natuurlijk niet af. Na twee dagen wilde we toch nog wat zien van de omgeving en besluiten we om een middagtour te boeken in een jeep naar de zandduinen in de omgeving van Mui Ne. Eerst stoppen we bij een beekje (Fairy Waterstream) waarvan we niet zo goed wisten wat we er moesten doen, maar liepen toch maar achter de andere toeristen aan. Op een gegeven moment belandde we in een soort mini ‘Grand Canyon' wat we totaal niet hadden verwacht. We liepen door het watertje en om ons heen een soort kloof van oranje gesteente. Vervolgens bracht de gids ons naar de zandduinen, dit was weer een soort mini ‘Sahara'. We huren een slee om de duinen af te sleeën. Floor blijkt een natuurtalent en gaat als een speer naar beneden. In tegenstelling tot David die alleen maar zand hapt. Ten slotte konden we nog een aantal mooie foto's maken van de zonsondergang bij de rode duinen.

Na drie dagen zijn onze batterijen weer opgeladen en gaan we op weg naar de grootste stad van Vietnam; Ho Chi Minh (beter bekend als ‘Saigon'). Hier was het over met de rust, er wonen hier 7 miljoen mensen en iedereen heeft een scooter. Één grote verkeerschaos dus. We stallen onze tassen in een kroeg en gaan één voor één hotels/guesthouses bekijken. Dit proberen we overigens overal te doen omdat het best afzien is om met de tassen op de rug in 35 graden rond te lopen. We merken dat alles hier iets duurder is, maar vinden uiteindelijk een prima kamer voor een degelijke prijs. Deze middag hebben we ook de eerste regenbui van de reis gehad. Gelukkig was een korte bui, maar vrij heftig. Een Vietnamese jongen verteld ons dat het water tijdens het regenseizoen zo hoog staat dat er gevist kan worden op straat. De volgende dag gaan we de stad verkennen adhv een wandeltocht. Hierbij bezoeken we ook het oorlogsmuseum. We hebben verhalen gehoord over The Killing Fields in Cambodja, maar dit was ook erg heftig. Floor houdt het na 1,5 verdieping voor gezien omdat ze de beelden te vreselijk vind. We merken wel dat het museum de oorlog beschrijft vanuit de communistische Vietnamezen. Het gaat namelijk alleen maar over de schade die de Amerikanen hebben aangericht, terwijl zij zelf natuurlijk ook geen lieverdjes waren. Na al deze ellende trakteren we onszelf op een cocktail in de skybar van het Sheraton hotel. Vanuit hier heb je een prachtig uitzicht over de stad.

De volgende ochtend staan we weer vroeg op om naar de Cu Chi Tunnels af te reizen. In de bossen ten noorden van Saigon is een tunnelnetwerk van ongeveer 250 km waar de Vietcong leefde tijdens de oorlog. Hier konden de Amerikanen ze moeilijk vinden en konden zij zich zelf goed verdedigen. Een deel van deze tunnels is nu open om te bezichtigen. Het is erg toeristisch, maar wel bijzonder om te zien hoe dit allemaal in elkaar zit. Er is hier ook de mogelijkheid om op een schietbaan met de wapens te schieten die werden gebruikt tijdens de oorlog. Dit doe je waarschijnlijk nooit meer, dus kopen we een aantal kogels voor een AK-47 en gaan los. Indrukwekkend? Nee, maar de geluiden maakte het in de omgeving wel een stuk realistischer. Na drie dagen laten we Saigon voor wat het is en gaan we richting de Mekong Delta.
We willen graag de toeristenmenigte te vermijden, maar een dagtour naar de Mekong Delta blijkt ongeveer net zo duur als de bus. Dus zitten we de hele dag op een boot met 55 andere toeristen en worden we van de ene toeristenattractie naar de andere geleid. Niet echt ons idee van reizen, maar de omgeving is prachtig. We bezoeken onder andere een plek waar ze kokosnootsnoepjes maken, een plek waar ze bijen houden en luisteren naar live traditionele muziek (niet om aan te horen). Er is ook een mogelijkheid om met een python op de foto te gaan, hierbij stond Floor vooraan in de rij! Eindelijk een spannend moment in de tour! Na enige overweging besluit David de slang ook maar om z'n nek te laten hangen. We gaan aan het einde van de dag niet met de tour mee terug naar Saigon want er moet een mogelijkheid zijn om de toeristenmenigte hier te vermijden. Tegen een vergoeding wil de gids ons wel in het centrum van het plaatsje (Vinh Long) afzetten waar we naar toe willen, handig toch? Maar we rekende ons zelf iets te rijk, want we werden ergens langs de snelweg in de buurt van de plaats eruit gegooid. En nu? Na een tijdje liftend langs de weg te hebben gelopen stopt er een motorrijder die ons voor een paar euro naar het dorp wil brengen, gelukkig. Ons doel in Vinh Long is om een privé boottocht de regelen door de Mekong Delta en te overnachten bij mensen thuis op één van de eilanden. We vinden vrij snel een kamer met uitzicht op de Mekong rivier en het blijkt dat deze mensen ook tours en homestays regelen. Zo lang ze in Vietnam ook maar ergens geld aan kunnen verdienen regelen ze het voor je. In Vinh Long zelf is verder niet veel te zien, dus drinken we een biertje in een karaoke bar (die zitten hier ongeveer op elke straathoek) en gaan naar bed want de wekker staat om 5.15. Om 6.00 worden we opgehaald door de bootsman en zien vanaf het water de Mekong Delta ontwaken, een mooi gezicht. Na een uur varen komen we aan bij een floating market. Aan de masten van de boten hangen de producten die ze verkopen zodat je gericht boodschappen kan doen. We varen hier even rond en worden daarna weer geleid naar de kokossnoepjes en de honing. Blijkbaar kan je hier niet om heen. Het is alleen niet zo erg als de voorgaande dag, aangezien we in Vinh Long en de hele ochtend op de boot nog geen toerist hebben gezien.

Op de terugweg stappen we nog even over op een kleine roeiboot waarop een vrouw ons door de smalle kanaaltjes heen peddelt en we nog meer van de natuur kunnen zien. Onze, inmiddels, bootsvrouw (we zijn van kapitein veranderd) zet ons rond het middaguur af bij de familie waar we die nacht blijven slapen. We worden hartelijk ontvangen door een lieve vrouw die direct thee voor ons inschenkt en noedels voor ons klaar maakt. De familie heeft ook fietsen te leen, dus besluiten we het eiland per fiets te verkennen. We fietsen rond over de eilandjes en maken kennis met een boze hond die vond dat wij iets te dicht bij zijn erf kwamen. Toch wel een beetje eng moment! Toen waren we ook nog verdwaald, maar na een aantal keer vragen met behulp van een foto die we gemaakt hadden van het bord van het hotel kwamen we terug bij de homestay. De rest van de dag geluierd in de hangmat en gelezen. Om 5 uur kregen we een schaaltjes met verse vruchten en als drankje een verse kokosnoot. Wat een verwennerij! De kinderen van het dorp speelde in de rivier en onze gastvrouw ging nog even snel met de boot naar de markt voor het diner van die avond. Terwijl wij lekker ontspannen aan een drankje in de hangmat zaten kookte het gastgezin een heerlijke maaltijd. Dit is eigenlijk 5 sterren service, we voelden ons wel een beetje bezwaard, maar helpen mochten we niet. Na een overdadige maaltijd van gebakken vis (Elephant Ear Fish) in rijstvellen met verse salade, gestoofd rundvlees, loempia's, soep en vers fruit waren we zooooo vol! Even uitbuiken in de hangmat dus! Daarna naar bed. Toen we opstonden konden we genieten van een koude douche (uit een emmer met een schepje) en een heerlijk ontbijt. Toen was het tijd om te gaan, we wandelen achter onze gastvrouw aan en komen bij de boot die ons terug brengt naar Vinh Long.

We pakken onze spullen en gaan verder met de bus naar Can Tho waar we stevig op moeten onderhandelen, want als toerist vragen ze vaak meer dan het dubbele dan voor hun zelf. In Can Tho stappen we over op een andere bus Chau Doc. De bus zou er 3 uur over doen ware het niet dat we een chauffeur hadden die dacht dat hij Schumacher was, al na 2 uur met zwetende handjes kwamen we aan in Chau Doc. We regelen nog een tourtje 's ochtends naar een drijvende vissers dorpje en we regelen een bus naar de grens n en de bus van de grens naar onze eerste bestemming in Cambodja: Kep. 's Avonds geniet David nog even van de Vietnamese keuken; Kikker in saus, Floor houdt het toch maar bij de inktvis. De eetgewoontes in Vietnam blijven heel bijzonder en je kan echt niet alles zo maar eten zonder dat je ingewanden of iets anders vreemds op je bord krijgt. Vroeg op, maar dat zijn we inmiddels wel gewend. Met een bootje varen we langs een dorpje op het water, met de opkomende zon een prachtig gezicht. De mensen wonen op het water omdat zij onder hun huizen vissenkwekerijen hebben, ook hier brengen we een bezoekje aan. We varen verder naar een traditioneel dorpje van de Cham people die op paalwoningen aan het water wonen, omdat zij krijgen elk jaar te maken met overstromingen is dit geen overbodige luxe!

Terug bij het hotel moeten we nog snel geld pinnen en geld wisselen om naar Cambodja te gaan. In Cambodja betalen ze voornamelijk met de Amerikaanse Dollar. Daarna springen we in de bus, waar we de enige toeristen zijn en hebben dus een privé bus naar de grens.

Vlak voor de grens worden we in het plaatsje Hatien afgezet, hier geven we onze paspoorten aan een dame 'zij zal wel de visa's voor ons regelen'. In een bus met 12 andere toeristen rijden we naar de grens Prek Chak aan de Vietnamese kant moeten we er uit een mannetje met ons geld en de paspoorten gaat voorop. Als we 10 meter verwijderd zijn van de bus rijdt deze weg, terug richting de stad waar we vandaan komen!! Als dat maar goed komt. We zijn inmiddels uitgestempeld uit Vietnam dus terug kunnen we niet. We volgen de man met de paspoorten langs diverse loketten en uiteindelijk bij het laatste loket moeten we heel lang wachten en krijgen dan een aantal formulieren die we in moeten vullen. Gelukkig zien we de bus met de bagage weer aan komen rijden. Na 1 ½ uur kunnen we met een visum in het paspoort verder rijden naar Kep.

Het is nog een uur rijden en dan zijn we er. We vinden na even zoeken een guesthouse aan zee, heel relaxed. We kunnen fietsjes huren en rijden wat rond om uiteindelijk op een strand te gaan liggen en in de zee te zwemmen. Het water is zo warm als een bad! 's Avonds eten krab met Kampot peper en vissoep. Kep staat bekend om de krab en ze hebben gelijk HEERLIJK!!

De volgende dag worden we na het ontbijt opgehaald om naar Rabbit Island te gaan, een tropisch eiland voor de kust. Een boottochtje van 20 minuten en toen waren we in een tropisch paradijs: palmbomen, bungalows op het strand, warm water, zandstrand! We vinden een bungalow dat niet meer is dan 4 rieten muren, een dak en een bed met een klamboe. We besluiten rond het eiland te lopen opzoek naar nog mooiere plekjes.... Het eiland was toch iets groter dan gedacht en het resultaat was dat we op het heetst van de dag achter elkaar aan liepen over een begroeid pad, gezellig. In 1,5 a 2 uur lopen we rond het eiland gelukkig konden we halverwege nog een fles water kopen. Verbrand en moe ploffen we neer in het restaurant bij onze bungalow, hier zijn we de rest van de dag niet meer weg geweest. Natuurlijk wel af en toe een duikje in het warme water! Een ding wat we miste in dit paradijs was: GELD! Gelukkig hadden we wat geld gewisseld voor de visa en voor de eerste nacht in Cambodja. Maar in Kep was en geen pinautomaat en op Rabbit Island al helemaal niet. We hadden nog 41 dollar toen we op het eiland aankwamen, daar moesten we het mee doen: drinken, lunch, diner, borreltje, verblijf, ontbijt en lunch. Met veel pijn en moeite is het ons gelukt. Om 4 uur ging de boot terug, maar die ging natuurlijk te laat. Een race tegen de klok, want we moesten de bus halen naar Kampot. Het geld was op dus we konden ons ook geen nacht meer veroorloven in Kep. Met de tuktuk naar het hotel, snel de tas pakken en toen rennen naar de bus, die op dat moment aan kwam rijden.

De 40 minuten naar Kampot over het platteland waren prachtig. En we kunnen er gelukkig pinnen. We vinden een guesthouse en besluiten de volgende dag het Bokor Hillstation te bezoeken. Een plek waar in de oorlog flink gevochten is. De ruïnes van de gebouwen die er nu nog staan zijn stille getuigen. Jammer dat het erg mistig is, we kunnen niet genieten van de prachtige vergezichten die in de boeken beschreven worden. Er wordt flink gebouwd 3 en 5 sterren hotels schieten uit de grond. Deze plek is over een paar jaar niet meer de moeite van het bezoeken waard. Omdat de waterval die opgenomen is in het programma droog staat kunnen we een uurtje rondwandelen in Kampot, we besluiten een massage te nemen bij 'seeing hands', we krijgen hier een massage door blinde jongens. Bijzonder en meteen een goed doel, dit is een van de enige beroepen die zij hier uit kunnen voeren. Een beetje hardhandig is het wel. Na de massage stappen we op een boot en varen 2 uur over de rivier. Zien de zon ondergaan en de omgeving is een van de mooiste die we tot nu toe hebben gezien. Net van de boot barst de hemel open en begint het heel hard te regen, dus maar de kroeg in. We besluiten de volgende dag door te reizen naar Phnom Penh. Daar zijn we nu, vanmiddag zien we Gijs en Sandra die ook aan het reizen zijn in Cambodja . Gezellig!

Bedankt trouwens voor al jullie leuke reacties op de site', leuk omberichtjes te krijgen van het thuis front!